3C1 week 1 HC 1 & 2 Volksgezondheid Flashcards

1
Q

Waaruit bestaat de maatschappelijke verantwoordelijkheid?

A
  • Preventie (gezondheidbevorderaar)
  • Participatie (patient ondersteuner)
  • Veilige, doelmatige, toegankelijke en duurzame zorg (kwaliteitsverbeteraar)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waaruit bestaat de volksgezondheid?

A
  • Ziekte & aandoeningen
  • Sterfte & doodsoorzaken
  • Functioneren en kwaliteit van leven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke ziekten hebben een hoge incidentie?

A

BLWI, maag-darm infecties, OLWI, letsel en influenza

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke aandoeningen hebben een hoge prevalentie?

A

Nek-rug klachten, artrose, angststoornissen, diabetes en visusstoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het beleid na een overlijden?

A
  • Lijkschouw
  • Verklaring van overlijden (A-verklaring)
  • Doodsoorzakenregister (B-formulier) voor CBS
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn kenmerken van sterfte in Nederland?

A
  • 170.000/jaar
  • 28% nieuwvormingen, 22% HVZ
  • Dementie, longkanker, beroerte, HVZ en COPD
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waaruit bestaat het ICF model?

A
  • Stoornissen in functies & anatomische eigenschappen (orgaanniveau)
  • Beperkingen van activiteiten (persoonsniveau)
  • Problemen met participatie (sociaal niveau)
    + Externe en persoonlijke factoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kun je de ziektelast uitdrukken?

A

Disability adjusted life years (DALY) = YLL (years of life lost) + YLD (years lived with disability)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke ziekten hebben hoge ziektelast en waarom?

A

HVZ, beroerte, DM, COPD, artrose en longkanker
- Hoge incidentie sterfgevallen
- Vroege sterfte
- Hoge prevalentie beperkingen
- Ernstige beperkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de samenhang van opleidingniveau en levensverwachting?

A
  • Basis: 53 jaar / 80 jaar
  • vmbo: 62 jaar / 82 jaar
  • mbo/havo/vwo: 66 jaar / 85 jaar
  • hbo / uni: 72 jaar / 86 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn kenmerken van volksgezondheid in Nederland?

A
  • Levensverwachting mannen bovengemiddeld, vrouwen gemiddeld
  • Lagere kinder/middelbare sterfte, hogere geboorte/oudere sterfte
  • Minder HVZ en ongevalsletsel, meer kanker en COPD
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke factoren dragen bij aan de ziektelast?

A

Gedragsfactoren, persoonsgeboden factoren en omgevingsfactoren in arbeid en milieu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is planetary health?

A

Impact van door de mens veroorzaakte veranderingen in natuurlijke systemen op aarde op de gezondheid van de mens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn gevolgen van global warming?

A
  • Direct: hitte golven, extreem weer, luchtvervuiling, infectieziekten
  • Indirect: voedselzekerheid, mentale gezondheid, maatschappelijke onrust
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de planetary boundaries?

A
  1. opwarming van de Aarde
  2. verlies biodiversiteit
  3. a. stikstofkringloop
    b. fosforkringloop
  4. gat in de ozonlaag
  5. oceaanverzuring
  6. waterschaarste
  7. landgebruik
  8. chemische verontreiniging
  9. aerosolen in de atmosfeer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is adaptatie?

A

Verminderen van kwetsbaarheid voor klimaatverandering

17
Q

Wat is mitigatie?

A

Voorkomen verdere klimaatverandering door uitstoot van broeikasgassen te verminderen

18
Q

Welke gedrags risicofactoren veroorzaken de grootste ziektelast?

A
  • Roken (9,4%)
  • Voeding (8,1%)
  • Beweging (2,3%)
  • Alcohol (1,5%)
19
Q

Welke persoonsgebonden risicofactoren veroorzaken de grootste ziektelast?

A
  • Hoge bloeddruk (6,7%)
  • Hoge glucose (6,6%)
  • Overgewicht (3,7%)
  • Cholesterol (0,9%)
  • Lage botdichtheid (0,7%)
20
Q

Welke arbeid en milieu risicofactoren veroorzaken de grootste ziektelast?

A
  • Stoffen/omgeving (3,0%)
  • Psychische belasting (0,9%)
  • Fysieke belasting (0,7%)
  • Buitenmilieu (3,5%)
  • Binnenmilieu (0,5%)
21
Q

Wat is de levensverwachting in Nederland?

A
  • Vrouwen: 83 jaar / 71 zonder beperkingen / 63 in goede gezondheid / 40 zonder chronische ziektes
  • Mannen: 80 jaar / 73 zonder beperkingen / 64 in goede gezondheid / 47 zonder chronische ziektes
22
Q

Wat zijn de gevolgen van klimaatverandering op de gezondheid in Nederland?

A
  • 9200 vroegtijdige sterftes door luchtvervuiling
  • 250 extra sterftegevallen door hitte door klimaatverandering
23
Q

Hoe werkt de doodsoorzaakverklaring?

A

Primaire doodsoorzak terugredeneren vanuit direct doodsoorzaak
- 1a: rechtstreekse doodsoorzaak
- 1b: Ziekten die hebben geleid tot de doodsoorzaak
- 1c: Ten grondslag liggende ziekte
- 2: Bijkomstige, bij overlijden nog bestaande ziekten en bijzonderheden die tot de dood hebben bijgedragen (geen causaal verband)

24
Q

Wat doet een forensisch arts?

A
  • Lijkschouw
  • Medische zorg voor arrestanten
  • Medische advisering ten behoeve van arrestanten
  • Sporenonderzoek: letselrapportage en zedenonderzoek
25
Q

Wanneer is er sprake van een niet-natuurlijke dood?

A

Overlijden als direct of indirect gevolg van een ongeval, van geweld of van een andere van buiten komende oorzaak, van suïcide of van opzet of schuld van een ander
- Ongeval, verstikking, verdrinking, verslikking, geweld, moord, doodslag, mishandeling, vergiftiging, overdosis, suïcide, zwangerschapsafbreking > 24 weken, paramedische fout, hulp bij zelfdoding, euthanasie

26
Q

Wat zijn kenmerken van de lijkschouw?

A
  • Hart, longen en pupillen
  • Binnen 3 uur na overlijden
  • Door behandelend arts
  • Bij kinderen of vermoeden niet-natuurlijke dood door gemeentelijk lijkschouwer
  • Rapportage bij officier van Justitie bij twijfel over natuurlijke dood
27
Q

Wat is standaardisatie?

A

Ziekte-en of sterftecijfers vergelijken van 2 of meer populaties met verschillende leeftijdsopbouw

28
Q

Hoe werkt directe standaardisatie?

A
  1. Bereken verwachte sterfte in hypothetische situatie met populatie met identieke leeftijdsopbouw (aantal personen referentie overnemen, sterftecijfer werkelijkheid)
  2. Tel verwachte sterfte bij elkaar op
  3. Bereken gestandaardiseerde sterftecijfer
  4. Bereken comparative mortality figure: verhouding verwachtte en waargenomen aantal sterfgevallen
29
Q

Hoe werkt indirecte standaardisatie?

A
  1. Bereken verwachte sterfte in hypothetische situatie met populatie met identieke leeftijds-specifieke sterftecijfers (aantal personen werkelijkheid, sterftecijfer referentie)
  2. Tel verwachte sterfte bij elkaar op
  3. Bereken gestandaardiseerde sterftecijfer
  4. Bereken standardized mortality ratio: verhouding waargenomen en verwachte sterfte
30
Q

Waarom zijn vrouwen extra kwetsbaar voor klimaatverandering?

A
  • Veel vrouwen werken in de agricultuur sector
  • Zwangerschap
  • Vaker slachtoffer tijdens conflicten
  • Lange termijn ongelijkheid
31
Q

Hoe is de emissie verdeeld?

A

40% USA, 29% Europa-28, 13% rest Europa, 10% rest noorden en 8% globale zuiden