3.2 bevruchting en het pre-implantatie embryo Flashcards

1
Q

wat is n en c?

A

alle cellen in lichaam, met uitzondering van de geslachtscellen, zijn diploid. dat wil zeggen, ze bevatten 2 genomen (1 van vader en 1 van moeder)

n= chromosoomaantal van 1 genoom
(mens: 1n= 23 chromosomen)

de hoeveelheid DNA in een cel wordt aangegeven met C (content)

c= hoeveelheid DNA van 1 genoom voor DNA replicatie
(mens: 1c= 3 x 10^9 bp)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waaruit bestaat de primaire oocyt (n en c)?

A

primaire oocyt bestaat uit 2n4c

na 2e meiotische deling wordt dit 1n2c

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat bevat 1e poollichaampje?

A

1n2c

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat bevat 2e poollichaampje?

A

1n1c

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is corona radiata?

A

krans van culmuluscellen, welke zijn ontstaan uit granulosacellen van het follikel

zit om eicel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat gebeurd er bij de acrosoomreactie?

A

bindine van spermacel bindt aan de bindinereceptoren van de zona pellucida waardoor blaasjes met acrosomine afsnoeren

acrosomine zorgt voor het oplossen van de zona pellucida waardoor de zaadcel de eicel kan betreden

2e meiotische deling wordt afgerond en er ontstaat een pronuclei met 2 poollichaampjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de zona reactie?

A

de eicelwand depolariseerd waardoor het calciumgehalte stijgt en de corticale lamina (op eicel) samensmelt met de eicel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

er gebeuren in de zonareactie, na celwand depolarisatie, 3 dingen. welke gebeurtenissen zijn dit?

A

versteviging zona pellucida

verandering bindinereceptoren op zona pellucida zodat andere zaadcellen niet meer kunnen binden

afbreken van de bindinereceptoren op de zona pellucida

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn de ontwikkelingsstadia van de vrucht?

A

eencellig stadium
tweecellig stadium
vier-tiencellig stadium
meercellig stadium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kenmerken eencellig stadium?

A

zygote
bevat 2 poollichaampjes

zona pellucida, de corona radiata en soms nog restant van spermacel die de eicel heeft bevrucht zijn nog zichtbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

kenmerken tweecellig stadium?

A

ontstaat na eerste deling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

kenmerken vier-tiencellig stadium?

A

eerste delingen vinden plaats zonder dat er meer cytoplasma wordt gevormd: klievingsdelingen

na eerste deling zijn poollichaampjes vaak tussen beide blastomeren te zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is een blastomeer?

A

op dag één ondergaat de bevruchte eicel (zygote) een eerste deling. Daarbij ontstaan twee cellen (blastomeren), die in principe van gelijke grootte zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

kenmerken meercellig stadium?

A

tot ongeveer 8 cellige stadium kunnen de cellen nog afzonderlijk van elkaar gezien worden, daarna ontstaat compactie waarbij de cellen met elkaar gaan verbinden dmv gap junctions

e cadherines zorgen voor goed contact tussen de cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is de morula en waar ligt het? waar is embryo op dat moment

A

na de klievingsdelingen is een klompje kleine cellen tot stand gekomen en dat is de morula
ligt in de zona pellucida

op dit moment beweegt embryo in eileider (isthmus) en beweegt richting baarmoeder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is een blastula en wanneer ontstaat het?

welke andere structuren ontstaan nu noh meer

A

de morula gaat richting de baarmoeder en blijft zich delen. het zal uiteindelijk uit het glasvlies barsten. het wordt dan een blastula genoemd

morula is proces van differentiatie aangegaan waarbij cellen wandstandig zijn geworden rondom een centrale met vocht gevulde holte (blastocel)
buitenste laag is de trofoblast. tegen binnenwand van de holte ligt een groepje cellen (embryoblast of inner cells)

17
Q

wat ontstaat uiteindelijk uit de inner cells/ embryoblast?

A

het embryo en de embryonale structure

18
Q

wat ontwikkelt zich uiteindelijk uit trofoblast?

A

extra embryonale structuren

19
Q

wanneer kan vrucht zich innestellen in uterus?

A

na het verdwijnen van de zona pellucida

20
Q

hoe ontstaat tweeling?

A

als de blastomeren zich beide tot volledig individu ontwikkelen

innercelmass van blastocytstadium kan zich ook door tween delen waardoor een volledig genetische identieke tweeling ontstaat

21
Q

wat is een chorion en een amnion?

A

In de baarmoeder bevindt zich rond het vruchtwater een vruchtzak. Deze vruchtzak bestaat uit een dun binnenste vlies, het amnion, en een dikker buitenste vlies, het chorion.

22
Q

hoeveel chorions en amnions heeft een monozygote tweeling?

A

2 amnions, 1 chorion

23
Q

wat gebeurd er als er 2 paternale genomen zijn (eicel is bevrucht door 2 zaadcellen)?

A

cel zal na aantal delingen in apoptose gaan

komt doordat sommige genen met een paternale imprint niet tot expressie komen en de genen die normaal een maternale imprint hebben nu van beide tot expressie komen