3. Alkenes & Alkynes Flashcards

1
Q

Geef de algemene formule voor alkenen.

A

Cn H2n

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef de algemene formule voor alkynen.

A

Cn H2n-2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom noemt men alkenen en alkynen onverzadigde KWS?

A

Omdat we niet het maximale aantal H’s hebben voor het aantal C’s dat er zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de 3 verschillende versies van moleculen met meerdere meervoudige bindingen? En leg kort uit

A
  • Gecumuleerd (alles)
  • Geconjugeerd (afwisselend)
  • Niet-geconjugeerd (Minstens 1, niet afwisselende plaats in het molecule)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Schrijf de naamgeving van alkenen/alkynen op.

A

… eerste stappen zelfde als alkanen

  1. -een of -yn
  2. Kies langste keten die de meervoudige binding bevat
  3. Meervoudige binding zo laag mogelijk nummeren, dubbele binding heeft voorrang op drievoudige
  4. Eventuele vertakkingen ook zo laag mogelijk indien van toepassing.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geef de nummering van cyclische alkenen.

A

De C’s van de dubbele binding krijgen een zo laag mogelijk nummer. (1 en 2 dus)
En we orienteren deze dan zo, dat de vertakking een zo laag mogelijke nummer krijgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef de conventionele namen voor:

  • etheen
  • ethyn
  • propeen
  • ethenyl (etheenvertakking)
  • propenyl ( propeen- “ )
A

Respectievelijk

  • ethyleen
  • acetyleen
  • propyleen
  • vinyl
  • allyl
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef de de andere benaming voor deze conventionele benamingen:

  • ethyleen
  • acetyleen
  • propyleen
  • vinyl
  • allyl
A
  • etheen
  • ethyn
  • propeen
  • ethenyl (etheenvertakking)
  • propenyl ( propeen- “ )
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het verschil tussen een substitutiereactie en een additiereactie?

A

Additiereacties breken een pi-binding en zal er een nieuwe groep zich op het moleculen zetten.

Bij substitutiereacties blijft de sigmabinding gewoon een sigmabinding. En wordt er een leaving groep gewisseld voor een andere groep.

note: groep kan hier ook gewoon 1 atoom zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verschillende addities op alkenen.

A
  • Halogeenadditie (X2 met X = Cl of Br)
  • Additie van water
  • Additie van HY (met Y = F, Cl, Br, I of -OSO3H)
  • Additie X2 en HX op geconjugeerde systemen
  • Cycloadditie op geconjugeerde dienen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Reactievergelijking van halogeenadditie. Katalysator nodig?

A

Alkeen + X2 -> dihalogeenalkeen
Gebeurt spontaan.
X = Cl of Br

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Reactievergelijking van additie van water op alkenen. Katalysator nodig?

A

Alkeen + H–OH -> alcohol

In zuur midden (H+)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Reactievergelijking van additie van HY op alkenen. Katalysator nodig?

A

Alkeen + HY -> Y-alkaan
Spontaan
Y = F, Cl, Br, I, -OSO3H

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Marknovnikov’s regel

A

Tertiaire carbokationen zijn het stabielst. Primaire het minst stabiel.

Dit wil zeggen dat de groep X zich zal zetten op de C waar het meeste C’s meer verbonden staan.

Dit verklaart waarom er soms maar 1 stof gevormd zal worden (of 1 stof veel meer dan de andere) terwijl het eigenlijk zou lijken dat er 2 mogelijkheden zouden zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Additie van waterstofgas.

A

Alkeen + H2 -> alkaan

Solid Pt, Pd of Ni katalysator.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Additie aan geconjugeerde systemen (1,2- em 1,4-).

A

1,3-Conj. dieen + X2 -> 1,2 dihalogeenalkaan + 1,4-dihalogeenalkaan

1,3-Conj. dieen + HX -> (2-)halogeenalkaan + (4-)halogeenalkaan

VB.
1,3-butadieen + Br2 -> 3,4-bromo-1-butyleen

17
Q

Diels-Alder cycloadditie aan geconjugeerde dienen.

A

C=C-C=C + C=C -> 6-ring met 1 dubbele binding. 1,2-cyclohexeen.

18
Q

Radicalaire additiereactie – polymerisatie van ethyleen.

A

Door een bepaalde katalysator kan men n ethyleenmoleculen aaneenschakelen tot een polymeer

n C=C -> -(- C - C -)-

  1. initiatie: organisch peroxide splitst in 2 radicalen door licht of warmte.
  2. Radicalen vallen een dubbele binding aan, wat nog een radicaal creeert. Dit gaat zo door tot 2 radicalen met elkaar reageren.
  3. Terminatie: 2 radicalen komen samen om de reactie te stoppen.

Er kunnen ook vertakkingen optreden door interne verplaatsing van het radicaal (het vrije elektron).

19
Q

Baeyer test.

A

Om na te gaan of we een dubbele binding hebben of niet.
Een alkeen reageert met 2KMnO4 (paarsachtig) in water tot een diol, MnO2 (bruin) en K2MnO4

Men kan dus indien er een bruine neerslag waargenomen wordt concluderen dat het gaat om een alkeen.

20
Q

Ozonolyse.

A

Wordt gebruikt om de plaats van de dubbele binding te bepalen.

In zuur midden met Zn als katalysator reageert een alkeen met O3 ter vorming van 2 ketonen. Aan de gevormde ketonen weet men de positie van de ketonen.

21
Q

Alkynen met waterstofgas.

A
Alkyn + H2 -> cis-alkeen
met de Lindlar's katalysator
of
Alkyn + 2 H2 -> alkaan
Met een Pt katalysator
22
Q

Alkynen met X2

A

Alkyn + X2 -> trans-alkeen

23
Q

Alkynen met HX

A

Alkyn + HX -> alkeen

24
Q

Alkynen met water

A

Alkynen + water -> keton

Met Hg2+ en in zuur midden

25
Q

Geef de algemene vorm van vrij radicaal additie polymerisatie. Geef ook het reactiemechanisme.
Wat is de vorm van zo’n radicalaire initiator nodig voor deze reactie?

A

Vinyl monomeer (CH2=CH-L) waarin L verschillende dingen kan zijn.

inititatie (warmte breekt ROOR open)
propagatie (radicalen breken dubbele bindingen)
Terminatie (2 radicalen komen samen)

R-O-O-R en hoge P + hoge T

26
Q

Geef het algemene mechanisme voor elektrofiele additie op alkenen.

A

//

27
Q

Geef het algemene mechanisme voor 1,4 additie.

A

//

28
Q

Geef het algemene mechanisme voor een Diels-Alder cycloadditie.

A

//

29
Q

Verklaar het ontstaan van vertakkingen bij radicalaire polymerisatie.

A

Doordat een polymeer niet lineair ligt maar een beetje in alle richtingen kan de radical reageren met zijn eigen keten, wat zorgt voor transfer van dit radicaal, waar de reactie dan verder kan gaan. Dit zorgt voor vertakkingen.

Hoeveel vertakkingen hangt af van de condities en de gebruikte stoffen, wat men kan bijregelen aan de hand van de toepassing.

30
Q

Wat is het verschil tussen HDPE en LDPE?

A

HDPE heeft weinig vertakkingen en kan zich dus mooi dicht opeen stapelen, het is harder en rigider. HDPE is waterdicht.

LDPE is flexibel door meerdere vertakkingen

31
Q

Rubber

A

Flexibele polymeren die ontstaan door polymerisatie van geconjugeerde moleculen.