2. Sociale zekerheid Flashcards

1
Q

Wat is sociale zekerheid?

A

een systeem van solidariteit dat, op momenten dat de bestaanszekerheid bedreigd wordt, voldoende bestaansmiddelen waarborgt voor elke burger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke instelling staat in voor het innen, beheren en verdelen van bijdragen?

A

RSZ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welk soort uitkeringen zijn er bij sociale verzekeringen?

A

vervangingsinkomens en inkomensaanvullende uitkeringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een vervangingsinkomen?

A
  • vervangen het inkomen bij ziekte, pensioen, werkloosheid
  • loongekoppeld
  • min. en max.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke vervangingsinkomen zijn er?

A
  • Ziekte & invaliditeitsverzekering
  • Pensioen
  • Werkloosheidsuitkering
  • Uitkering Arbeidsongevallen & Beroepsziekte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een inkomensaanvullende uitkering?

A
  • vergoeden van moeilijk te dragen kosten
  • compenseren kosten (vb. voor geneeskundige zorg)
  • of vast bedrag (vb. groeipakket)
  • uitkering staat los van inkomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke inkomensaanvullende uitkeringen zijn er?

A
  • Gezinsbijslagen (= “kinderbijslag” of groeipakket)
  • Medische zorgen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke stelsels bestaan er binnen sociale verzekeringen?

A
  • werknemers
  • zelfstandigen
  • overheidspersoneel of ambtenaren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is sociale bijstand?

A

het ultiem vangnet, voor wie geen recht heeft op uitkering en niet kan werken (gefinancierd door belastingen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke soorten sociale bijstand bestaan er?

A

Gewaarborgde bijslag:
- Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO) (65+)
- Inkomensvervangende tegemoetkoming/integratietegemoetkoming voor personen met een handicap (21-65)
- Gewaarborgde gezinsbijslag
- Leefloon
“Discretionaire” financiële en materiële steun van het OCMW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke instellingen bestaan er binnen de sociale zekerheid?

A
  1. overheidsinstellingen (primair netwerk)
  2. middenveld, gecontroleerd door overheid (secundair netwerk)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waaruit bestaat het primair netwerk? Waar staat het voor in?

A
  • inning en verdeling van sociale bijdragen: RSZ, RSVZ
  • beheer van een vd takken vd sociale zekerheid
    (RIZIV, RVA, FPD, FEDRIS, RJV, FOD Sociale Zekerheid, RSVZ)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waaruit bestaat het secundair netwerk?

A
  • de ziekenfondsen + HZIV
  • vakbonden (ACV, ACLVB, ABVV) + HVW
  • de bijzondere vakantiefondsen
  • verzekeringsmaatschappijen
  • sociale verzekeringsfondsen voor zelfstandigen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke bijdrage doen werknemers?

A

een sociale bijdrage:
loonkost
- RSZ-bijdrage werkgever (25%)
= brutoloon
- RSZ-bijdrage werknemer (13.07%)
- bedrijfsvoorheffing
= nettoloon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke bijdrage doen ambtenaren?

A
  • statutairen (vastbenoemd): werkgevers- en werknemersbijdrage
  • contractuelen: idem als werknemers privé-sector
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke bijdrage doen zelfstandigen?

A
  • bijdragen volgens bruto bedrijfsinkomen
  • vrijstelling beneden en boven bepaald inkomen
17
Q

Welke 2 principes bestaan er binnen sociale zekerheid? Leg deze kort uit.

A
  • verzekeringsprincipe (=privé-verzekeringen): bijdrage <=> uitkering
  • solidariteitsprincipe: solidariteit tussen wie heeft en wie nood heeft –> verplichte sociale verzekering
18
Q

Welke types sociale zekerheid zijn er?

A

het Angelsaksische type en het Continentale type
ook…Scandinavisch, mediterraan, …

19
Q

Wat is het Angelsaksische type? (sociale zekerheid)

A
  • verzekeringsprincipe centraal
  • uit belastingen -> minimumuitkeringen (bijstand)
  • aanvullend: privé verzekeringen (sterk uitgebouwd)
20
Q

Wat is het continentale type? (sociale zekerheid)

A
  • solidariteitsprincipe centraal
  • verplichte bijdragen op loon -> sociale verzekeringen
  • aanvullend: belastingen -> sociale bijstand
    => basis van Belgisch sociale zekerheidsstelsel
21
Q

Wat is de Vlaamse Sociale Bescherming?

A

aanvullende financiële steun voor chronische zorg (niet-medische kosten)

22
Q

Hoe werkt de Vlaamse Sociale Bescherming en wat is hun doel?

A

Je betaald zorgpremie vanaf 26j: 54€/jaar.
Dit geld gaat naar zwaar zorgbehoevenden, mensen met een handicap en 65-plussers met zware zorgnood.
In de vorm van mensen vergoeden die hen helpen of extra (niet-medische) kosten opvangen.
=> vermaatschappelijking van de zorg

23
Q

Klopt de uitspraak dat er geen armoede is in België?

A

Neen, er bestaat bij ons ook nog steeds armoede en bestaansonzekerheid.

24
Q

Wat zijn mensen in armoede?

A

mensen waarbij de financiële middelen zo beperkt zijn dat ze uitgesloten zijn van de minimaal aanvaardbare leefpatronen in de maatschappij waar ze leven

25
Wat is het Mattheüseffect? Geef hiervan een voorbeeld?
Komen de uitkeringen wel terecht bij wie ze het meest nodig heeft? "aan wie heeft, zal gegeven worden" = de voordelen van het sociaal beleid gaan meer naar de hogere sociale groepen dan de lagere