2. lineair dv met constante coëfficiënten + bewijs met volledige inductie Flashcards

1
Q

wanneer heb je een homogene LDV

A

wanneer het RL = 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn constante coëfficiënten bij een LDV

A

wanneer de coëfficiënten van y of zijn afgeleiden constant zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is V(D)

A

de differentiaaloperator en het lijkt op de distributiviteit maar het is de operatie ervan (dus het aantal keer dat je moet afleiden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de V(D) van een HLDVCC (homogene lineaire differentiaal vergelijking met constante coëfficiënten)

A

0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe werkt de factoreigenschap bij veeltermen van dv

A

het is een opeenvolging van operatoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is er speciaal bij een HLDVCC van de 1e orde

A

je kan de nulpunten berekenen met λ = -b/a

de graad van de V(D) is 1

dus is de algemene oplossing: y= Ceλx

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zegt de algemene stelling van een HLDVCC

A

algemene HLDVCC: V(D)(y) = 0

V(λ) = 0 => V(D)(eλx) = 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is de algemene stelling van een HLDVCC voor meervoudige nulpunten

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

eigenschap niet reële nulpunten bij HLDVCC

A

V(D) heeft reële coëfficiënten, niet-reële nulpunten vormen een toegevoegd paar:

α ± βj

voor complexe oplossingen: V(D)( e(α±βj)x ) = 0

(als eα+βj een oplossing geeft dan geeft eα-βj er ook een)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zegt de formule van euler bij: e(α±βj)x

A

e(α±βj)x = eαx cos βx ± j eαx sin βx

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe los je HLDVCC op met niet-reële nulpunten

A

eerst de eigenschap volgen: niet-reële nulpunten vormen toegevoegd paar, voor complexe oplossingen: V(D)( e(α±βj)x ) = 0 (en als eα+βj oplossing geeft ook voor eα-βj dan)

dan formule van euler toepassen: e(α±βj)x = eαx cos βx ± j eαx sin βx

dan combineren tot je reële oplossingen bekomt voor V(D)(y) = 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waar moet je op letten als je oef krijgt waarbij ze de V(D) vragen

A

dan krijg je een functie y gegeven en moet je een reële V(D) zoeken met minimale graad zodat V(D)(y) = 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

algemene vorm van LDVCC + uitwerking tot AO

A

algemene vorm LDVCC: V(D)(y) = B(x)

yh: oplossing van geassocieerde homogene V(D)(y) = 0 (AO-)
yp: oplossing van V(D)(y) = B(x) (PO)

y = yh + yp (AO van V(D)(y) = B(x)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe doe je bewijs door volledige inductie

A

stap 1: bewijzen dat u stelling waar is voor n = 1 (dus P(1) is waar) => basis van de inductie

stap 2: bewijs dat als P(k) waar is (= inductiehypothese) dan is ook P(k+1) waar. doe dat door te beginnen met voor te stellen dat u stelling of eigenschap waar is

stap 3: uitwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

als je het bewijs van volledige inductie volgt hoe is dat dan voor elke n waar?

A

we weten dat P(1) waar is en dat als P(k) waar is, dat het dan ook voor P(k+1) waar is (en dit voor elke k)

dus P(2) is waar, P(3) is waar, … , P(n) is waar voor elke n

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly