19.11.2024 (Gezondheid&Refleksief Verbas) Flashcards
Goalkeeper & striker
De doelman & De spits
Mole or birthmark
De Moedervlek
Diminutive: Moedervlekje (small mole or birthmark).
Example Sentences
- Ze heeft een moedervlek op haar wang.
(She has a mole on her cheek.) - Moedervlekken kunnen soms groter worden na verloop van tijd.
(Moles can sometimes grow larger over time.)
Stubborn
Koppig
Binoculars
De verrekijker
Hij gebruikte een verrekijker om de vogels te observeren.
(He used binoculars to observe the birds.)
- De verrekijker is ideaal voor het bekijken van de sterren.
(The binoculars are ideal for stargazing.) - Kun je me jouw verrekijker even lenen?
(Can you lend me your binoculars for a moment?)
Shy
Verlegen, timide
Het meisje was te verlegen om met de klas te praten.
(The girl was too shy to talk to the class.)
- Hij is verlegen, maar hij maakt snel vrienden als hij zich op zijn gemak voelt.
(He is shy, but he makes friends quickly when he feels at ease.)
To have a birthday
Verjaren
Perfectum: is verjaard
Imperfectum: verjaarde(n)
Example Sentences:
Ik verjaar op 10 februari
- Ik verjaarde vorige week en vierde het met vrienden.
(I had my birthday last week and celebrated it with friends.)
Ik verjaarde gisteren. (I had my birthday yesterday.)
To ignore
Negeren
De datum mag je negeren
Having a cold or being affected by a common cold
Verkouden
Ik ben verkouden en moet veel niezen.
(I have a cold and need to sneeze a lot.)
Ze voelt zich niet lekker omdat ze verkouden is.
(She doesn’t feel well because she has a cold.)
Ben jij verkouden of is het een allergie?
(Do you have a cold, or is it an allergy?)
Pregnant
zwanger
Ze is zwanger van haar tweede kind.
(She is pregnant with her second child.)
Ben je zwanger? Je ziet er zo stralend uit!
(Are you pregnant? You look so radiant!)
De dierenarts zei dat de kat zwanger is.
(The veterinarian said the cat is pregnant.)
Exactly on time, punctual, not late.
stipt op tijd
Hij is altijd stipt op tijd voor zijn afspraken.
(He is always exactly on time for his appointments.)
De trein vertrekt stipt op tijd om 9 uur.
(The train departs exactly on time at 9 o’clock.)
Ze komt stipt op tijd voor de vergadering.
(She arrives exactly on time for the meeting.)
In addition to / Alongside
In addition / Furthermore:
Naast
Daarnaast
Naast studeren werkt hij ook parttime.
(In addition to studying, he also works part-time.)
Naast Nederlands spreekt ze ook Engels.
(Alongside Dutch, she also speaks English.)
Daarnaast heeft hij veel ervaring in marketing.
(In addition, he has a lot of experience in marketing.)
Ze werkt in een winkel. Daarnaast volgt ze avondlessen.
(She works in a shop. In addition, she attends evening classes.)
Daarnaast is het belangrijk om gezond te eten.
(Furthermore, it’s important to eat healthily.)
To lift, raise, or pick up something or someone.
optillen
Perfectum: heeft opgetild
Example: Hij heeft de zware doos opgetild.
(He lifted the heavy box.)
Imperfectum: tilde op / tilden op
Example: Ze tilde het kind voorzichtig op.
(She carefully lifted the child.)
Example Sentences:
Kun je mij helpen deze tafel op te tillen?
(Can you help me lift this table?)
Hij tilde de baby op en hield haar stevig vast.
(He lifted the baby and held her securely.)
Ze tillen samen het zware meubelstuk op.
(They are lifting the heavy piece of furniture together.)
Painkiller
de pijnstiller
Heb je een pijnstiller voor mijn hoofdpijn?
(Do you have a painkiller for my headache?)
De dokter schreef een sterke pijnstiller voor na de operatie.
(The doctor prescribed a strong painkiller after the surgery.)
Je kunt een pijnstiller nemen als de pijn te erg wordt.
(You can take a painkiller if the pain becomes too severe.)
To swallow (food, drink, pills, or words)
inslikken
Perfectum: heeft ingeslikt
Example: Hij heeft de pil ingeslikt.
(He swallowed the pill.)
Imperfectum: slikte in / slikten in
Example: Ze slikte het snel in.
(She swallowed it quickly.)
Example Sentences:
Je moet het hele glas water inslikken met de pil.
(You need to swallow the entire glass of water with the pill.)
Hij slikte zijn woorden in toen hij haar gezicht zag.
(He swallowed his words when he saw her face.)
Pas op dat je je kauwgom niet inslikt!
(Be careful not to swallow your chewing gum!)
- A regular tablet or normal pill that you swallow with water
- A dissolving tablet or melting tablet that dissolves in the mouth without water
- fizzy tablet or effervescent tablet that dissolves in water, creating a fizzy drink.
- A suppository—a solid medicine that is inserted into the rectum, where it dissolves.
- het Gewoontablet
- het Smelttablet
- het Bruistablet
- de Zetpil = de suppo
Doe het bruistablet in een glas water en wacht tot het opgelost is.
(Put the fizzy tablet in a glass of water and wait until it dissolves.)
De dokter schreef een zetpil voor om de koorts te verlagen.
(The doctor prescribed a suppository to reduce the fever.)
Heb je liever een suppo of een tablet?
(Do you prefer a suppository or a tablet?)
Syrup
de siroop
Je moet drie keer per dag een lepel van deze siroop nemen.
(You need to take a spoonful of this syrup three times a day.)
Hoestsiroop helpt goed tegen keelpijn.
(Cough syrup works well for a sore throat.)
Get well soon!” or “Wishing you a speedy recovery!
Veel beterschap!
Ik hoorde dat je ziek bent. Veel beterschap!
(I heard you’re sick. Get well soon!)
Veel beterschap en rust goed uit!
(Get well soon and take plenty of rest!)
To heal or recover from an illness, injury, or wound.
genezen
Perfectum: is genezen
Imperfectum: genas, genazen
Example Sentences:
Het duurt een paar weken voordat de wond genezen is.
(It takes a few weeks for the wound to heal.)
Hij genas snel na de operatie.
(He recovered quickly after the surgery.)
Hoe lang duurt het om volledig te genezen?
(How long does it take to fully recover?)
Mosquito bite(s)
de muggenbeet / muggenbeten
Ik heb overal muggenbeten na die avondwandeling.
(I have mosquito bites all over after that evening walk.)
Muggenbeten kunnen heel erg jeuken.
(Mosquito bites can itch a lot.)
Smeer wat crème op de muggenbeten om de jeuk te verminderen.
(Apply some cream on the mosquito bites to reduce the itching.)
to treat (a patient or illness) or handle (a situation or subject
behandelen
Perfectum: heeft behandeld
Imperfectum: behandelde, behandelden
Example Sentences:
De dokter behandelt patiënten met hartproblemen.
(The doctor treats patients with heart problems.)
Hoe gaan we dit probleem behandelen?
(How are we going to handle this problem?)
Hij heeft mijn wond goed behandeld.
(He treated my wound well.)