1.7.1 Stijlfiguren; door woorden Flashcards
1
Q
archaïsme
A
het opzettelijk gebruik van een oude of verouderde taalvorm
2
Q
neologisme
A
het verzinnen van een nieuw woord
3
Q
hyperbool
A
een overdrijving
4
Q
litotes
A
een ontkenning van het tegenovergestelde
5
Q
eufemisme
A
iets zeggen zodat het minder erg over komt
6
Q
understatement
A
je zegt iets om het sterker over te laten komen, tegenovergestelde van hyperbool