1.4 Rijmsoorten Flashcards
1
Q
Alliteratie
A
- Woorden die met dezelfde medeklinkers beginnen
- In een versregel zoeken
- Gebaseerd op klank
2
Q
Assonantie
A
- De uitspraak van woorden rijmen op elkaar
- Door het hele gedicht
- Gebaseerd op klank
3
Q
Volrijm
A
- Klinkers en medeklinkers komen overeen
- Gebaseerd op klank
4
Q
Rime riche
A
- De woorden zijn identiek
- Gebaseerd op klank
5
Q
Eindrijm
A
- Rijmende laatste lettergrepen van verschillende regels
- Gebaseerd op plaats
6
Q
Voorrijm
A
- Rijmen eerste lettergrepen van verschillende regels
- Gebaseerd op plaats
7
Q
Binnenrijm
A
- Rijmende woorden in een versregel
- Gebaseerd op plaats
8
Q
Middenrijm
A
- Rijmende woorden in verschillende versregels
- Gebaseerd op plaats
9
Q
Mannelijk rijm
A
De versregel eindigt op een beklemtoonde rijmende lettergreep (staan - gaan)
10
Q
Vrouwelijk rijm
A
De beklemtoonde lettergreep wordt gevolgd door een onbeklemtoonde (lopen - kopen)
11
Q
Glijdend rijm
A
De beklemtoonde lettergreep wordt gevolgd door twee onbeklemtoonde lettergrepen (kinderen - hinderen)
12
Q
Rijmschema
A
- Slagrijm: aa aa
- Gepaard rijm: aa bb cc dd
- Gekruist rijm: abab cdcd
- Omarmend rijm: abba cddc
- Verspringengd rijm: abcabc