1.6.1 Beeldspraak Flashcards

1
Q

metafora

A

beeldspraak die berust op een overeenkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

vergelijking met ‘als’

A

het beeld, het object en een verbindingswoord worden genoemd (bv. als, zoals, lijken, van)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

homerische vergelijking

A

hele lange vergelijking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

asyndetische vergelijking

A

het beeld en het object worden genoemd zonder een verbindingswoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

metafoor

A

alleen het beeld wordt genoemd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

allegorie

A

verschillende bij elkaar horende metaforen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

synesthesie

A

combinatie van twee zintuigelijke waarnemingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

personificatie

A

iets levenloos menselijke eigenschappen geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly