17. Functiewoorden. Bijwoorden. Deel 1 Flashcards
Waar?
Dónde?
hier
aquí
daar
allí
ergens
en alguna parte
nergens
en ninguna parte
bij (in de buurt)
junto a
bij het raam
junta a la ventana
Waarheen?
Adónde?
hierheen
aquí
daarheen
allí
hiervandaan
de aquí
daarvandaan
de allí
dichtbij
cerca
ver
lejos
in de buurt (van)
cerca de
dichtbij
al lado de
niet ver
no lejos
linker
izquierdo
links
a la izquierda
linksaf, naar link
a la izquierda
rechter
derecho
rechts
al la derecha
rechtsaf, naar rechts
a la derechav
vooraan
delante
voorste
delantero
vooruit
adelante
achter
detrás de
van achteren
desde atrás
achteruit (naar achteren)
atrás
midden (het)
centro, medio
in het midden
en medio
opzij
de lado
overal
en todas partes
omheen
alrededor
binnenuit
de dentro
naar ergens
a alguna parte
rechtdoor
todo derecho
terug
atrás
ergens vandaan
de alguna parte
ten eerste
primero
ten tweede
segundo
n
tercero
plotseling
de súbito
in het begin
al principio
voor de eerste keer
por primera vez
lang voor…
mucho tiempo antes
opnieuw
de nuevo
voor eeuwig
para siempre
nooit
nunca
weer
de nuevo
nu
ahora
vaak
frecuentemente
toen
entonces
urgent
urgentemente
meestal
usualmente
trouwens
a propósito
mogelijk
es probable
waarschijnlijk
probablemente
misschien
tal vez
trouwens
además
daarom
por eso
in weerwil van
a pesar de
dankzij
gracias a
wat
qué
dat
que
iets
algo
niets
nada
wie
quien
iemand
alguien
niemand
nadie
nergens
a ninguna parte
niemands
de nadie
iemands
de alguien
zo
tan, tanto
ook
también