Economie crisis Flashcards

1
Q

Alternatief aanwendbaar

A

De middelen (producten,. geld of tijd) kunnen voor verschillende zaken gebruikt worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

vrije goederen

A

Goederen waar geen schaarse middelen voor worden opgeofferd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Maatschappelijke geldhoeveelheid

A

Het chartale en girale geld in handen van het publiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

arbeidsproductiviteit

A

de productie per persoon per tijdseenheid (bijv uur of arbeidsjaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

rekening-couranttegoed

A

Bankrekening waar je geld op stort waarvoer je direct kunt beschikken en waarmee je giraal kunt betalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly