13. In het ziekenhuis Flashcards
Ziekenhuispatiënten hebben een duidelijke sociale rol
ze zijn vreemden in het ziekenhuis en hangen van het personeel af mbt hun gezondheid.
Pychosociale issues voor de patiënt
Angst is de meeste voorkomende en persuasieve emotie bij gehospitaliseerde mensen.
Reactance:
responsen van boosheid wanneer men zich als patiënt gecontroleerd en ingeperkt voelt.
Depersonalisatie
als een arts de patiënt behandelt alsof hij/ zij niet aanwezig is of geen persoon is. Dit zou de arts kunnen helpen minder emotioneel betrokken te raken.
Burnout:
staat van psychosociale en fysische uitputting die ontstaat door chronische blootstelling aan hoge levels van stress met weinig persoonlijke controle. Hoe meer tijd wordt doorgebracht in direct contact met patiënten, hoe hoger het risico op burnout.
Psychologische factoren van burnout bij gezondheidspersoneel:
Emotionele uitputting.
* Depersonalisatie.
* Gepercipieerd onvermogen voor professioneel kunnen.
Coping processen
Blame:
een antwoord zoeken op de vraag wie er schuldig is voor de aandoening waaraan met lijdt. Onderzoek suggereert dat gevoelens van helplessness en depressie toenemen met de tijd die in een ziekenhuis wordt doorgebracht.
Sense of control
de meeste effectieve aanpak voor het voorbereiden van patiënten op ingrepen:
behavioral control, cognitive control en informational control
Behavioral control:
methodes om discomfort te reduceren of het herstel te bevorderen, bvb
ademhalingstechnieken.
Cognitive control
zich focussen op de voordelen van de ingreep ipv de onplezierige aspecten.
Informational control:
kennis opdoen over de gebeurtenissen of sensaties die te verwachten zijn tijdens de ingreep.
Cardiac cahterization:
katheder doorheen de bloedvaten naar het hart brengen voor het inspuiten van kleurstof. Voorbereiding vermindert het ongemak!
Separation distress
jonge kinderen kunnen angstig zijn als ze gescheiden worden van hun ouders.
Minnesota multiphasic personality inventory:
een test voor psychiatrische aandoeningen die de deelnemers in een waar-fout format laat antwoorden op een groot aantal uitspraken zoals ‘ik win liever dan ik verlies bij een spel’. Er zijn 10 schalen waarvan er 3 specifiek belangrijk zijn voor het detecteren van psychologische noden bij gehospitaliseerde patiënten:
hypochondrie, depressie en hysterie
hypochondrie
afweging van iemands preoccupatie en klachten over zijn/haar gezondheid.
depressie
afweging van iemands gevoelens van ongeluk, pessimisme en hopelessness.
hysterie
neiging voor coping door ontwijking en de ontwikkeling van fysieke symptomen.
Millon behavioral medicine diagnostic
self-report test van 165 items om psychosociale factoren en issues mbt beslissingen te evalueren.
Psychosocial adjustment to illness scale:
46 items in een 4-puntschaal beschikbaar in een patiënt en een interviewer versie.
Terminale ziekte
Een terminale ziekte impliceert vaak een langzame dood. Er is een voortschrijdende afname van het gevoel van welzijn en de mogelijkheden om te functioneren. Men ervaart vaak ook pijn. Vaak sterven mensen in het ziekenhuis. Leeftijd is een bepalende factor in de aanpassing.
Denial:
het vaakst gebruikte coping mechanisme tijdens de terminale fase, nuttig wanneer men niks meer aan de situatie kan veranderen, maar helaas staat dit soms het afscheid in de weg.