1 Literatuur Flashcards

1
Q

Literair

A

Wat betrekking heeft op literatuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Proza

A

Verzamelnaam voor verhalende teksten die niet rijmen. Daarin onderscheidt proza zich van poëzie (gedichten).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Autobiografie

A

De schrijver beschrijft zijn eigen leven. Het woord komt uit het Grieks: ‘auto’ betekent ‘zelf’; ‘bios’ betekent ‘leven’ en ‘grafie’ komt van ‘graphein’, schrijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Roman

A

Een lang (boekvullend), fictief verhaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ironie

A

Mild spot. Het (humoristiche) effect wordt bereikt door iets anders te zeggen dan je bedoelt. Voorbeelden van ironie zijn:

  • omkering: je zegt het tegenovergestelde van wat je bedoelt;
  • overdrijving (hyperbool): je maakt iets (veel) erger dan het is;
  • understatement: je zwakt wat je wilt zeggen af (het tegenovergestelde van overdrijving);
  • niet-passend woordgebruik: je gebruikt bijvoorbeeld heel officieel of juist plat taalgebruik in een situatie waarin dat niet gepast is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Stijl

A

De manier waarop een verhaal is geschreven. Stijl omvat niet alleen woordkeus en zinsbouw, maar bijvoorbeeld ook de afwisseling tussen dialoog en beschrijvingen en het gebruik van ironie. Woorden die vaak worden gebruikt om de stijl van de schrijver te omschrijven, zijn ‘sober’ (kaal), ‘zakelijk’ (rechttoe-rechtaan) en ‘bloemrijk’ (met veel versieringen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Neologisme

A

Nieuw gevormd woord.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Titel

A

Schrijvers geven hun boek niet zomaar een titel. Sommige titels zijn gemakkelijk te begrijpen, maar andere vragen wat meer denkwerk. Vraag je altijd af wat de titel je vertelt over de inhoud van het boek of gedicht. Vaak verwijst de titel naar een aspect van de tekst. Stel jezelf in dat geval de vraag waarom juist dat aspect van het verhaal zo belangrijk is dat de tekst er zij titel aan ontleent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Fictie

A

Verzonnen verhaal. Fictieve verhalen kunnen (deels) gaan over mensen die werkelijk (hebben) bestaan of gebeurtenissen die werkelijk hebben plaatsgevonden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Literatuur

A

Verzamelnaam voor fictieve teksten die een ‘diepere laag’ hebben. Kenmerken van literatuur zijn onder meer: originaliteit, complexiteit, onvoorspelbaarheid, een bijzondere stijl en de mogelijkheid om verschillende betekenissen aan de tekst toe te kennen (interpreteren). Romans zonder deze kenmerken noem je ‘lectuur’ of ‘trivaalliteratuur’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wohltemperiert

A

Letterlijk: goed gestemd. ‘Das Wohltemperierte Klavier’ (het goed gestemde klavier) is een bekend werk van Johann Sebastian Bach (1685-1750). Het klavier is de voorloper van de piano. ‘Wohltemperiertn slaat hier terug op het bespelen van ‘alle pijpen van het drankorgel’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Lucien van Impe en Bernard Hinault

A

Lucien van Impe (1946) was een Vlaamse wielrenner. In 1976 won hij Tour de France en werd hij twee keer tweede en een keer derde. De Fransman Bernard Hinault (1954) was een van de grootste wielrenners aller tijden. Hij heeft alles gewonnen wat er maar te winnen viel, waaronder vijf keer de Tour de France.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly