1 - Iongradiënten en membraanpotentiaal

Question 1

Welke 2 soorten transport zijn er om ionen over een membraan te transporteren?

Answer 1

• Passief transport
• Actief transport

Question 2

Middels welke manieren is passief transport mogelijk?

Answer 2

• Poriën
• Ionkanalen
• Carriers

Question 3

Wat is een kenmerk van poriën? En een voorbeeld?

Answer 3

Poriën zijn weinig selectief en zijn langdurig open. Gap-junctions.

Question 4

Wat is een kenmerk van ionkanalen? En een voorbeeld?

Answer 4

Ionkanalen zijn ion-selectief en kunnen open of gesloten zijn. Na-kanaal.

Question 5

Wat is een kenmerk van carriers? En een voorbeeld?

Answer 5

Er vindt diffusie plaats van meerdere moleculen tegelijkertijd en is selectief. GLUT.

Question 6

Middels welke manier is actief transport mogelijk?

Answer 6

Energie-gekoppelde carriers/ionpompen, het is selectief en kan 1 of meerdere moleculen tegelijkertijd transporteren. Een voorbeeld is Na/K-ATPase.

Question 7

Op welke 2 manieren kan actief transport plaatsvinden?

Answer 7

• Downhill symport
• Downhill antiport

Question 8

Wat is een voorbeeld van downhill symport en welke ionen worden er dan getransporteerd?

Answer 8

SGLT-2: 1 Na + 1 glucose

Question 9

Wat zijn voorbeelden van downhill antiport en welke ionen worden er dan getransporteerd?

Answer 9

• NCX: Na/Ca exchanger (3 Na / 1 Ca)
• NHE: Na/H exchanger (1 Na / 1 H)
• ANT: adenine nucleotide translocator (1 ADP / 1 ATP)

Question 10

Waar is de ANT transporter te vinden?

Answer 10

In de mitochondriale binnenmembraan.

Question 11

Wat is de definitie van de rustmebraanpotentiaal?

Answer 11

De rustmembraanpotentiaal is de membraanpotentiaal waarbij netto geen ladingstransport plaatsvindt.

Question 12

Wat is de definitie van de evenwichtspotentiaal?

Answer 12

Dit is de potentiaal, waarbij er netto geen transport van een bepaald ion plaatsvindt.

Question 13

Welke 2 conformaties heeft de Na/K-pomp?

Answer 13

• E1
• E2

Question 14

Wat houdt de E1-conformatie van de Na/K-pomp in?

Answer 14

De E1-conformatie geeft toegang tot het cytosol. Er kan natrium worden gebonden en kalium worden afgegeven. ATP kan door fosforylatie van de pomp voor een conformatieverandering naar E2 zorgen.

Question 15

Wat houdt de E2-conformatie van de Na/K-pomp in?

Answer 15

De E2-conformatie geeft toegang tot de extracellulaire ruimte. Door defosforylering gaat de pomp weer terug naar conformatie E1.

Question 16

Wat is de functie van de stof digoxine?

Answer 16

Deze bevat een stofje die de Na/K-pomp kan remmen, door de kalium bindingsplek te bezetten.