1 - Contractie van de hartspier

Question 1

Welk stofje zit vast aan de Z-lijnen?

Answer 1

Actine

Question 2

Welk stofje zit vast aan de M-lijnen?

Answer 2

Myosine

Question 3

Hoe kan je microscopisch zien dat de actine- en myosinefilamenten naar elkaar toegetrokken zijn?

Answer 3

Als de Z-lijnen dichter bij elkaar liggen en er geen heldere ruimtes meer tussen de actine- en myosinefilamenten zijn.

Question 4

Hoe zijn hartspiercellen verbonden?

Answer 4

Door intercalairschijven.

Question 5

Hoe kan de geleiding tussen de geschakelde hartspiercellen plaatsvinden?

Answer 5

Desmosomen

Question 6

Wat zijn de 2 functies van desmosomen?

Answer 6

• Als verbinding tussen hartspiercellen
• Om geleiding tussen de geschakelde hartspiercellen plaats te laten vinden

Question 7

Hoe voorkomen we dat de actine- en myosinefilamenten te ver uit elkaar getrokken worden?

Answer 7

Ingebouwde sensoren

Question 8

Wat is een voorbeeld van een ingebouwde sensor in het lichaam?

Answer 8

Titine, het meest elastische eiwit in het lichaam

Question 9

Waaraan bindt troponine T?

Answer 9

Aan tropomyosine

Question 10

Waaraan bindt troponine C

Answer 10

Aan calcium

Question 11

Waaraan bindt troponine I?

Answer 11

Aan actine

Question 12

Hoe fungeren troponines?

Answer 12

Als markers voor bijvoorbeeld een hartinfarct.

Question 13

Wat doet de myosinekop en wat is de functie hiervan?

Answer 13

Deze loopt over de actine om de cel korter of langer te maken.

Question 14

Waaruit bestaat de M-band?

Answer 14

Myomesine

Question 15

Wat de functie van de M-band?

Answer 15

Deze zit vast aan creatine kinase die zorgt voor ATP-generatie.

Question 16

Wat zorgt ervoor dat het titine goed vastzit aan de Z-schijf?

Answer 16

Telethonine

Question 17

Hoe zijn sarcomeren verbonden aan het bindweefsel?

Answer 17

Integrines

Question 18

Hoe kan een spier zich verkorten?

Answer 18

1. Calcium bindt aan troponine C
2. Troponine T bindt aan het tropomyosine wat tussen de actinemoleculen kan binden en het hele complex met zich mee kan trekken.
3. Op dat moment komt het myosine bindende complex op het actinemolecuul vrij.
4. Zo kan myosine zich binden aan het myosine bindende complex en zich langs het actine trekken om ervoor te zorgen dat de spier zich verkort.

Question 19

Welke 2 stoffen verhogen de buffercapaciteit van het sarcoplasmatisch reticulum?

Answer 19

• Sequestrine
• Calreticuline

Question 20

Waardoor wordt een hypertrofe hartziekte vaak veroorzaakt?

Answer 20

Door mutaties in het sarcomeer (vooral het myosinekopje of myosine binding hulp eiwit C).