Zuur-base evenwicht Flashcards

1
Q

Respiratoire acidose

A

Lage pH als gevolg van CO2 en koolzuur opstapeling in het lichaam (hypercapnie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Metabole acidose

A

Lage pH en laag bicarbonaat gehalte door bicarbonaat verlies en/of zuur opstapeling (zuur reageert met bicarbonaat).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Respiratoire alkalose

A

Hoge pH als gevolg van gedaalde pCO2 (bijv. door hyperventilatie), bicarbonaat gehalte is onveranderd.
(komt zelden voor)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Metabole alkalose

A

Hoge pH en toename bicarbonaat gehalte en/of verlies H+ (bijv. HCl verlies door braken).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Etiologie respiratoire acidose

A
  • Hypoventilatie, stijging pCO2 in alveolen (respiratoir probleem)
  • Hoge [CO2] in inademingslucht (bijv. door langdurige anesthesie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Pathogenese respiratoire acidose

A
  • CO2 in alveolair gas en in bloed

* Compensatie door buffer (K+) en nier (H+ excretie, bicarbonaat retentie en productie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Symptomen respiratoire acidose

A
  • Hartfunctiestoornissen (door hyper K)
  • Snelle AH, dyspnee
  • Lage pH, hoge pCO2, hoge BE (base overschot thv nier door compensatie)
  • Symptomen door oorzakelijk respiratoir lijden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Behandeling respiratoire acidose

A
  • Behandelen oorzakelijk lijden
  • Kunstmatig beademen
  • O2 rijk gasmengsel met evt bronchodilatoren (S)
  • Respiratoire analeptica (stimuleren AH)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Etiologie metabole acidose

A
  • Orale opname zuren
  • Te sterke metabole zuurproductie (bijv. lactaat)
  • Onvoldoende zuur excretie (nierfalen)
  • Bicarbonaat verlies door slechte darmresorptie / diarree / speekselen / …
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Symptomen metabole acidose

A
Mild: geen symptomen
Ernstig:
* Diepe snelle AH (respiratoire compensatie)
* Hyper K (buffer) → hartritmestoornissen
* Intracellulaire hypo K → rillingen
* Meer melkzuurvorming
* Diarree
* Zure urine (als nier goed werkt)
* BLOED: lage pH, lage HCO3-, lage pCO2
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Behandeling metabole acidose

A
  • Oorzaak behandelen
  • Orale correctie als geen resorptieprobleem/diarree, anders IV correctie
  • Toedienen alkaliniserende stoffen (LGx0,3xBE = #mmol tekort)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
Bloedstalen van dier aan anesthesie apparaat:
Op tijdstip 0: 
pH = 7,1          BE = 0
pCO2 = 100 mmHg     
HCO3- = 30     
En 20 minuten later:
pH = 7,25          BE = +10
pCO2 = 100 mmHg
HCO3- = zeer hoog
Wat is er aan de hand en hoe kun je dit verklaren?
A

Tijdstip 0:
pH te laag → acidose
Hoge pCO2 → respiratoire acidose
BE normaal dus geen metabool probleem. Licht gestegen HCO3- wijst op begin renale compensatie.

20 minuten later:
pH terug hoger → compensatie
HCO3- zeer hoog → renale compensatie

Er is sprake van een respiratoire acidose, dit kan ontstaan doordat er bij gasanesthesie wordt gewerkt met een gesloten kring. Lucht die de patiënt uitademt wordt m.b.v. CO2 absorbers gewassen, deze kunnen verzadigd raken. Als ze niet vervangen worden stapelt CO2 zich op en ontstaat een respiratoire acidose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Een koe heeft een slokdarmobstructie en hypersaliveert met spierrillingen, spierzwakte en hyperpnee. Leg uit welke pathologie hier van toepassing is en hoe de symptomen aan elkaar gelinkt zijn.

A

Door verlies van speeksel (hypersalivatie, maar kan niet ingeslikt worden) verlies van HCO3- (en fosfor), dit geeft aanleiding tot metabole acidose.
* Daling [HCO3-] en daling pH
* Respiratoire compensatie → diepe versnelde AH
* Buffer compensatie → hyper K (bufferwerking)
Hyper K veroorzaakt spierzwakte en spierrillingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Je hebt een koe met lopende diarree, wat zijn de effecten voor het zuur-base evenwicht?

A

Daling HCO3- resorptie, waardoor metabole acidose ontstaat. Verder ook dehydratatie waardoor bloedstroom vertraagt en er ook meer CO2 stapeling is (CO2 zorgt voor vasodilatatie wat de bloedstroom nog erger vertraagt), dit verergert de acidose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Als 2e lijns DA krijg je een hond met renale tubulaire acidose type IV doorgestuurd. Bespreek kort de pathologie en pathogenese.

A

RTA type IV: afgenomen respons op aldosterone of gedaalde productie van aldosterone. Hierdoor zakt de kalium excretie en natrium resorptie. Aldosterone stimuleert normaal cellulaire opname K+ thv tubuluscel.
Doordat er minder Na geresorbeerd wordt zullen er ook minder protonen geëxcreteerd kunnen worden door de nier, daar is nml uitwisseling met Na voor nodig. Hierdoor ontstaat een metabole acidose.
→ buffer (K) en respiratoire compensatie etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Er zijn 4 types renale tubulaire acidose (RTA), leg I, II en IV kort uit.

A

RTA type I: Afname excretie van protonen in distale tubulus, normaal uitgewisseld met Na.
RTA type II: Afwijkende resorptie van HCO3- in proximale tubulus.
RTA type IV: Afgenomen respons op Aldosteron (of gedaalde productie).