Mineralen Flashcards

1
Q

Je komt bij een schaap dat suf is en niet wil eten. De vorige nacht is ze uitgebroken naar een akkerland met koolgewassen. Bij klinisch onderzoek zie je normale T, onregelmatig hartitme en spierrillingen. De urine heeft een roodbruine kleur.
Hoe noemen we dit laatst symptoom?
Wat is je volgende onderzoek?
Wat is je diagnose?

A

Koolgewassen → Brassica intoxicatie → toxines veroorzaken hemolyse → hyper K door hemolyse.

Roodbruine urine = hemoglobinurie
Volgende onderzoek: BLOED!
Hyper K veroorzaakt sufheid, spierrillingen en onregelmatig hartritme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hypokaliaemie

A

Tekort aan K in het bloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hyperkaliaemie

A

Teveel K in het bloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Etiologie hypokaliaemie

A
  • Zelden bij voldoende voedselopname (anorexie)
  • Hypo K met normaal [K+]lichaam
    → distributie probleem
    → hypersecretie insuline (duwt K in cel)
    → alkalose in pens/maag (bijv. door braken)
  • Hypo K met te laag [K+]lichaam
    → abnormaal verlies via urine
    → abnormaal verlies via darm (diaree)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Pathogenese hypokaliaemie

A
  • Hypo K geeft hyperpolarisatie vd celmembraan

* Grote prikkel nodig (spier- en zenuwcellen), RMP verder vd drempelwaarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Symptomen hypokaliaemie

A
  • Apathie, hypotonie tot atonie vd spieren (ileus)
  • Spierrillingen, decubitus
  • Hartaritmiën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Diagnose hypokaliaemie

A

Laag [K+]bloed, maar niet indicatief, bloed kan normaal zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Behandeling hypokaliaemie

A
  • IV K toedienen, max 10 mEq/L (opletten voor hyper K)

* Beter oraal, 15-20 g KCl per 100 kg LG oplossen in 4 L water en toedienen om de 12 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Etiologie hyperkaliaemie

A
  • Te hoge opname (iatrogeen)
  • Daling vd excretie (renaal of pre-/postrenaal)
  • Vrijkomen K uit cellen:
    → erge hemolyse
    → rhabdomyolyse (Maandagziekte)
    → als buffer bij acidose
    → hypo-insulinaemie (diabetes mellitus type I), normaal duwt insuline K in de cel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Pathogenese hyperkaliaemie

A
  • Stijging [K+]plasma
  • Hyper K geeft hypopolarisatie vd celmembraan
  • Slechts kleine prikkel nodig, RMP dicht bij drempelwaarde, maar moeilijke prikkelgeleiding (daling contractie-efficiëntie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Symptomen hyperkaliaemie

A
  • Spierzwakte, hypotonie en atonie vd spieren
  • Spierrillingen
  • Hartaritmiën
  • Zwakke pols, daling CO
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Diagnose hyperkaliaemie

A

Bepaling van [K+]plasma (bloedonderzoek).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Behandeling hyperkaliaemie

A
  • Wanneer nieren nog werken:
    → snelle infusie NaCl (Na-K uitwisseling thv nier)
    → diuretica
    → infusie glucose en insuline (sleept K in cel)
    → infusie van alkali (H+ uit cel, K erin)
    (congenitaal HYPP / hyperkalemic periodic paralysis → K-arm dieet, gedoseerd werk)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hypocalcemie

A

Tekort aan Ca in het bloed.

= kalfziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hypercalcemie

A

Te veel Ca in het bloed (meestal iatrogeen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer kun je bij een rund/schaap hypocalcemie verwachten?

A
  • Rond de partus, meestal <4 dagen
  • Vnl bij rassen met hoge melkgift
  • Meestal vanaf derdekalfskoeien
17
Q

Etiologie hypocalcemie

A
  • Hypo-albuminemie
  • Verminderde PTH concentratie of activiteit
  • Onvoldoende Ca resorptie uit bot/darm
    → hypovitaminose D
    → partus gerelateerd
    → hypercalcitonisme (tumor in schildklier)
    → te weinig Ca in rantsoen
    → problemen exocriene pancreas
  • Te hoge urinaire excretie (diuretica, nierinsufficientie)
  • Ca-verlies door colostrum- en melkproductie
  • Negatieve Ca-balans (als mobilisatie ‘locomotief’ van reserves nog niet goed op gang is)
18
Q

Symptomen hypocalcemie

A
  • Afwijkend gedrag (excitatie, onrust,…)
  • GEEN koorts, neiging tot hypothermie
  • Droge neusspiegel
  • Mydriase (pupilverwijding)
  • Atonie maagdarm kanaal, tympanie
  • Rillingen, bij poging op te staan achterhand niet omhoog, decubitus, parese(!),…
  • Indien voor/tijdens partus → lang aanslepende partus
19
Q

Diagnose hypocalcemie

A
  • Anamnese; ouder dier, melkvee, te hoge BCS, ‘parese’ rond de partus
  • GEEN koorts
  • Bloedonderzoek: daling Ca en P, stijging Mg en glucose
20
Q

Behandeling hypocalcemie

A
  • IV infuus Ca-zouten (bijv. CaCl2), let op hartslag
  • Soms herhaling nodig
  • Zachte stro bedding
    Behandeld dier → vochtige neusspiegel, defaecatie, rillingen,…
21
Q

Preventie hypocalcemie

A
  • Prepartum rantsoen Ca-arm tijdens droogstand (bereidt voor op sterke Ca-mobilisatie)
  • Vitamine D toedienen rond de partus (stimuleert Ca-opname)
22
Q

Hypocalcemie bij paard

A
  • Spierrillingen met tetanie (stijve gang, risus sardonicus)
  • Kan vóór en na de partus
  • Soms na langdurig transport
  • Etiologie: slecht voer, teveel inspanning, oestrogenen
23
Q

DDx Downer cow

A
  • Hypocalcemie (GEEN koorts)
  • Ketonemie
  • Septicemie (koorts)
  • Beenletsels
  • Zenuwletsels
  • Spierletsels
  • Onwil of geen plaats
24
Q

Postparturient hemoglobinurie

A

Hypofosfatemie en lyse van RBC door ATP-tekort dat instaat voor membraan-integriteit.

25
Q

Maandagziekte (paard)

A
Spierbevangenheid, plots langdurige zware arbeid na enkele dagen rust → niet snel genoeg O2 aangevoerd → anaeroob metabolisme → lactaatvorming → verzuring → rhabdomyolyse!
Geeft myoglobinurie (roodbruine urine) en hyper K.
26
Q

Molenaarsziekte (paard)

A

Nutritionele secundaire hyperparathyroïdie, Ca/P verhouding uit balans door teveel granen in de voeding (graan bevat veel P).

27
Q

Kalvertetanie (rund)

A

Hypomagnesemie bij kalveren die UITSLUITEND (echte) melk opnemen. Tetanus beeld door stijging neuromusculaire prikkelbaarheid.

28
Q

Microcytaire hypochrome anemie (paard en biggen)

A

IJzertekort, door deficiëntie onvoldoende Fe voor Hb synthese.

29
Q

Een 2j oude stier komt binnen met koliek, gekromde dug, hartaritmiën, uremie en hyperkaliëmie. Bij rectaal onderzoek vol je een grote structuur net voorbij de bekkeningang.
Wat is het?
Wat is de DDx en wat kun je eraan doen?

A

De structuur die je voelt is de blaas, er is hier sprake van een urethra obstructie waardoor de stier een hyper K heeft → daling vd K excretie door post-renaal probleem.
Uremie zorgt daarnaast ook voor acidose → buffer compensatie leidt ook tot hyper K.
Hyper K veroorzaakt hartaritmiën.
DDx: Urolithiasis → koliek en pijn in rug
Behandeling: obstructie wegnemen, daarna evt. hyper K behandelen

30
Q

Bij een downer cow met ketonemie dient men glucose toe maar is er geen/onvoldoende insulinerespons, welke mineralendeficiëntie kan hier de oorzaak van zijn?

A

Hypocalcemie → Ca geeft stijging insuline, brengt normale respons op gang.