Eiwit stofwisseling Flashcards
Alpaca komt binnen op kliniek en is apatisch. Op bloedbeeld is HYPOPROTEÏNEMIE te zien, verder is alles normaal. Welke bijkomende onderzoeken zou je nog doen voor een betere diagnose?
Absolute hypoproteïnemie…
* Koorts? (verhoogd verbruik plasmaproteïnen)
* Voeding? (samenstelling / hoeveelheid / eetlust)
* Tandcontrole (slechte enterale afbraak eiwitten)
* Urine onderzoek (renaal eiwit verlies)
(Andere afwijkingen in bloedbeeld)
Absolute hypoproteïnemie
+ etiologie
Probleem met opname / productie / verlies / verbruik.
- Thv nier → renaal verlies plasmaproteïnen
- Thv lever → onvoldoende eiwit productie
- Voeding → samenstelling / hoeveelheid / opname
- Absorptieprobleem (AZ opgenomen, eiwitten niet)
- Verhoogd verbruik → koorts, ontsteking, brandwond
Relatieve hypoproteïnemie
Schijnbare hypoproteïnemie door hyperhydratatie.
- Hematocriet en zoutconcentraties meten in bloed
- Anamnese!
Hoe gebeurt N-eliminatie?
- Ureum
- Glutamine → NH4
- Bilirubine → urobilinogeen
- Galzouten
- Creatinine (GFR)
Hoe gebeurt de N-eliminatie in toestand van acidose?
Normaal vnl via de UREUMCYCLUS, hier is echter bicarbonaat voor nodig en daarvan is er een tekort bij acidose, dus ureumcyclus wordt geremd.
N-eliminatie via back-up route(s): GLUTAMINE (NH4), creatinine, bilirubine, galzuren
Albumine
- 50% vd plasma-eiwitten (40% van totaal albumine)
- overige 60% extravasaal
- albumine/globuline verhouding is 2/1
- productie in de lever
- afbraak (katabolisme) in alle actieve weefsels
- stijging bij dehydratatie
a-globulinefractie
- glycoproteïnes + stollingsfactoren
- productie in de lever
- toename bij acute ontsteking
b-globulinefractie
- transferrine + lipoproteïnes + immunoglobulines
* toename bij leveraandoeningen en ontsteking/infectie
y-globulinefractie
- immunoglobulines
- productie door B-lymfocyten
- toename bij chronische infecties en tumoren
- daling bij primaire/secundaire immuundeficiëntie
LDH
Lactaat dehydrogenase
* niet orgaan specifiek enzym
* veel LDH in RBC → opletten voor hemolyse bloedstaal
(ISO1 vnl in RBC + hartspier, ISO5 vnl in skeletspier)
AP
Alkalisch fosfatase (2 ISO’s)
- specifiek intestinaal AP
- niet-specifiek AP
- hoger bij jonge dieren door actief beenmetabolisme
- toename bij galstuwing en beendermineralisatiestoornis
Amylase & Lipase
Verteringsenzymen
- verhoogde plasmaconcentraties bij acute infectieuze of degeneratieve veranderingen vd pancreas
- verlaagd bij chronische pancreas insufficiëntie
CK
Creatine-kinase
- cytosolenzym
- korte halfwaardetijd
- in hersenweefsel en skeletspier
- diagnostisch voor degeneratieve myopathien
GLDH / GD
Glutamaat-dehydrogenase
- leverspecifiek mitochondriaal enzym
- vooral van belang bij herkauwers
Ureum
- Productie in de lever via ureumcyclus
- Uitscheiding via nier
- Recirculatie thv nier voor in stand houden van hoge OD in medulla (concentreren van urine)