Vet stofwisseling Flashcards

1
Q

Steatorrhee

A

Vettige diarree, door slechte vertering en absorptie van vetten .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Adipositas

A

Overgewicht/”vetzucht”, door disbalans tussen aan- en afvoer of verbruik van nutriënten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Metabool syndroom (EMS)

A

(Equine) Metabolic syndrome, vnl bij paard en ezel, vaak bij rassen die schaarse voeding gewend zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Etiologie metabool syndroom

A
  • Overgewicht (oorzaak of gevolg?) + gebrek aan beweging
  • Insulineresistentie en hyperinsulinemie
  • Hypertriglyceridemie
  • Risicofactoren: obesitas, dracht, cushing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Symptomen metabool syndroom

A
  • Hyperlipidemie + hyperinsulinemie + insulineresistentie
  • Overgewicht (oorzaak of gevolg?)
  • Laminitis (door ontstekingsmediatoren uit vetweefsel en hyperinsulinemie)
  • Glycemie vaak normaal (hyperinsulinemie compenseert gedaalde gevoeligheid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Diagnose metabool syndroom

A
  • Anamnese + symptomen
  • Insulineresistentie meten via C-peptide
  • Orale/IV GTT
  • Bloedname in nuchtere toestand (glucose + insuline bepaald)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Behandeling metabool syndroom

A
  • Droge stof opname beperken
  • Weide gras (veel suikers) beperken
  • Gewichtsverlies van 0,5%/week nastreven
  • Insuline sensitizers (gevoeligmakers)
    Metabole stoornis blijft vaak bestaan na gewichtsverlies.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hyperlipaemie (paard)

A

Te veel lipiden in het bloed → vooral bij merries (pony en paard) in pre- en postpartumperiode → ernstige orgaanziekten en storingen in SVS → anorexie, NEB, mobilisatie vetdepots → hyperlipaemie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ketonemie

A

Metabole stoornis gekenmerkt door verhoogde productie & excretie van ketolichamen (vanwege glucose tekort).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Pathogenese primaire ketonemie

A

Door daling eetlust:
* Klinisch glucosetekort, hypoglycemie, insuline daalt, lipolyse stijgt (veel glycerol en VZ vrij)
* Insuline daling remt verestering TAG in lever, VZ opstapeling
* Compensatie;
→ mobilisatie eiwitten en vetdepots
→ glucagon vrijgezet, bevordert opname vrije AZ door lever, deaminatie tot oxaalazijnzuur + ketoglutaanzuur (hierdoor kan CZC weer lopen en VVZ verbrand)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Pathogenese voedings-ketonemie

A

Door slecht rantsoen teveel boterzuur gevormd:

  • Hoge insulineproductie door boterzuur, hypoglycemie, glucose tekort → zie primaire ketonemie
  • Normaal omzetting tot beta-OH-boterzuur in penswand, maar rond partus overschakeling naar hoger voederniveau, pensepitheel heeft aanpassingsperiode nodig (+-10d), omzetting gaat niet goed en boterzuur komt in circulatie, is sterk insulinogeen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Symptomen ketonemie

A
  • Slecht/niet eten → vermageren
  • Frequentie pensbewegingen daalt
  • Leverpercussieveld is groot en pijnlijk
  • Melkgift daalt, vreemde geur melk/adem
  • Vaste, droge faeces
  • Serum OZ → glucose laag, ketonen hoog
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Diagnose ketonemie

A
  • Anorexie, geur van adem, melk en stallucht

* Ketonproef met Na-nitroprussiaat op melk en urine (kleurt roze tot paars)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

DDx ketonemie

A
  • TRP
  • Indigestie
  • Lebmaagverplaatsing
  • Secundaire ketonemie (daling eetlust door ziekte)
  • Meningitis en cerebrocorticale necrose
  • Downer cow
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Prognose ketonemie

A

Primair: spontane genezing als melkproductie daalt
Secundair: primair probleem oplossen en pensflora optimaliseren door transfaureren (pensvocht van slachthuis via sonde)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Behandeling ketonemie

A
  • Correctie vd hypoglycemie en NEB
  • 500g glucose IV per dag (NIET oraal)
  • Bijnierschorshormoon cortisol stimuleert gluconeogenese
  • Weidegang, goed ruwvoer (terugval voorkomen)
17
Q

Preventie ketonemie

A
  • Aangepast droogstandsrantsoen (dieren niet te vet)
  • Risico koeien laten kalven aan begin van weideseizoen
  • Vanaf 2w voor de partus rantsoen opdrijven (kwantiteit)
  • Voor en na partus zelfde voedermiddelen (20% ruwvezel, 20% eiwit, weinig boterzuur)
18
Q

Fat cow syndrome

A

Hoogproductieve koeien die duidelijk te dik zijn, 1-4 weken na de partus. Slechte eetlust door ander lijden.

19
Q

Drachtigheidstoxemie (schaap)

A

Ketonemie prepartum (door glucosetekort) bij meerlingen / na ondervoeding / bij NEB / worminfectie.

20
Q

Pathogenese drachtigheidstoxemie

A
  • NEB, steeds erger naar einde dracht (minder eetlust)
  • Evt nerveuze symptomen (hypoglycemie geeft hersenbeschadiging)
  • Vaak combinatie met hypocalcemie
21
Q

Symptomen drachtigheidstoxemie

A
  • Verminderd bewustzijn (suf, schijnbaar blind)
  • Neuromusculaire symptomen (rillingen, decubitus)
  • Snelle pols en AH
22
Q

Diagnose drachtigheidstoxemie

A
  • Nerveuze stoornissen hoogdrachtige ooien
  • Ketonemie (en hypocalcemie)
  • Soms DDx Listeriose
23
Q

Prognose drachtigheidstoxemie

A

Beginstadium: genezing mogelijk

Later stadium: vaak irreversiebel neuronaal letsel

24
Q

Behandeling drachtigheidstoxemie

A
  • Evt. abortus of vroegtijdige keizersnede
  • IV glucose en insuline (+ NaHCO3 tegen acidose)
  • Oraal propyleenglycerol / glycerol
25
Q

Leververvetting wordt soms voorkomen door supplementatie van carnitine. Waarom?

A

Leververvetting ontstaat door NEB (bij hypoglycemie), er is dan een lage [insuline] → hormoongevoelig lipase niet meer geremd → veel lipolyse → veel VZ in bloed → VZ naar lever.
Carnitine zorgt voor transport van VZ naar de mitochondriën vd hepatocyten, waar de beta-oxidatie kan plaatsvinden.
Zonder carnitine zullen de VVZ terug veresterd worden tot TAG en meer naar de depots gedreven waardoor er leververvetting kan ontstaan.

26
Q

Alpaca merrie van 4j met tandproblemen, ze heeft er veel last van tijdens het eten. De eigenaar kent zijn dieren goed en is heel zorgzaam. Tijdens onderzoek merk je dat ze duidelijk te dik is, ze is nu nog alert.
Wat is je advies? Waarom?

A

Advies:
* Zorgen dat het dier afvalt
→ dier met overgewicht is meer insuline resistent
→ bij dik dier eerder leververvetting en ketonemie(!)
* Tanden onmiddellijk behandelen
→ anders zal dier op den duur stoppen met eten
→ slecht vermalen voer wordt slecht verteerd (hypoproteïnemie, algemeen oedeem,…)