Zorgleefplan en wetgeving Flashcards
In het zorgplan maak je afspraken over?
Begeleiding, verzorging of verpleging Dagbesteding Het doel van de zorg (wat kan een zorgvrager zelf doen) Hulp van familie Hygiëne Privacy
Wat zijn standaard zorgplannen?
Dit zijn zorgplannen voor een groep zorgvragers met een gemeenschappelijk kenmerk,
bijvoorbeeld diabetes mellitus, zorgvragers met een CVA (beroerte) en zorgvragers met
kanker.
Wat zijn de functies van een standaard zorgplan
- Het vergemakkelijkt het maken van een individueel zorgplan;
- Het maakt de zorg inzichtelijk, toetsbaar, vergelijkbaar en bespreekbaar;
- Het is goed te gebruiken bij het onderwijs.
door wie worden zorgstandaarden gemaakt?
Zorgstandaarden worden gemaakt door beroepsverenigingen,
cliënten/zorgvragersorganisaties en zorgverzekeraars.
Wat is de functie van een zorgstandaard?
Een zorgstandaard beschrijft over het
algemeen wat de beste zorg is voor zorgvragers. Welke zorg hij kan krijgen, wat zijn eigen
rol is in het ziekteproces en welke ondersteuning hij van verschillende zorgverleners kan
krijgen.
Wat zijn zorg programma’s?
Zorgprogramma’s beschrijven het hulp- en zorgaanbod voor een groep zorgvragers met een
vergelijkbare hulpvraag, problematiek of zorgbehoefte, zoals bij een CVA of heupoperatie.
Door wie worden zorgprogramma’s gemaakt?
Zorgprogramma’s worden door instellingen en organisaties gemaakt. Ze zijn regionaal
opgesteld en zijn er meerdere hulpverleners en instellingen bij betrokken. Het volgt de
stappen van het zorgproces.
Wat kan je doen om ervoor te zorgen dat ze zorgvrager de regie niet verliest?
- Goed luisteren, vragen wat de zorgvrager wil;
- Aandacht hebben voor hoe de zorgvrager het vroeger gewend was;
- Zo min mogelijk vaste huisregels hanteren;
- Ook met familie van de zorgvrager praten over hoe de zorgvrager vroeger was;
- Dit goed in het zorgplan noteren zodat je collega’s dat ook weten.
Regie van de zorgvrager leg je vast in het Zorgplan door?
- Door het samen met de zorgvrager in te vullen en in begrijpelijke taal voor de
zorgvrager. - Door in het Zorgplan een datum voor een evaluatiegesprek vast te leggen.
- Door in het Zorgplan op te schrijven hoe een zorgvrager gewend was te leven en nu
wil leven.
Wat zijn de voordelen van een Zorgplan?
- De zorgvrager weet wat er gaat gebeuren en weet de doelen, deze zijn samen
opgesteld. - De verzorgende werkt methodisch en daardoor efficiënter.
- De zorg kan makkelijker overgenomen worden.
- Het is een middel om de gegeven zorg te beoordelen.
Wat is Methodisch werken?
Methodisch werken is een beheerste, gestructureerde en gecontroleerde werkwijze.
Wat zijn de voordelen van methodisch werken?
- De kans op fouten neemt af, want er is meer inzicht.
- Door methodisch werken wordt vooruit gekeken.
- Zowel zorgvrager als verzorgende weet wat er verwacht mag worden.
- Het eigen beroepsmatige handelen, kan beter geëvalueerd worden.
- Er is afstemming tussen verschillende disciplines.
Wat zijn de 4 kenmerken van methodisch werken?
- Doelgericht
- Systematisch
- Procesmatig
- Bewust
Wat is doelgericht werken?
deze doelen zijn van te voren geformuleerd.
Er zijn verschillende soorten doelen:
- Positieve doelen, deze zijn gezondheid bevorderend.
- Preventieve doelen zijn voorkomend (om verslechtering in de gezondheid te
voorkomen).
- Curatieve doelen zijn genezend.
- Palliatieve doelen zijn verzachtend.
Wat is systematisch werken?
Bij de uitvoering van handelen zijn
drie vaste stappen te onderscheiden: voorbereiding, uitvoering en nazorg.
Wat is procesmatig werken?
Procesmatig is als verschillende stappen (fasen) op elkaar aansluiten, waarbij
rekening gehouden wordt van het effect dat de ene fase heeft op de andere.
In de zorg zijn de volgende fasen:
- Fase 1: gegevens verzamelen
- Fase 2: inschatten van de zorgsituatie (formuleren zorgproblemen).
- Fase 3: Zorgdoel vaststellen.
- Fase 4: Plannen van zorgacties.
- Fase 5: Uitvoeren van de zorgacties
- Fase 6: Evalueren van de zorg.
Als alle fasen doorlopen zijn gaan we weer verder met de 1e
fase.
(Het is een cyclisch proces).
Wat is bewust werken?
Dit betekent dat je nadenkt over wat je doet, je weet waarom je iets
doet, je weet wat je doet en dat je het in plant.
Hoeveel zorgdossiers mag er per zorgvrager aanwezig zijn?
1
Wie evalueert het zorgplan en hoe vaak wordt het bijgewerkt?
De verpleegkundige evalueert het Zorgplan en stelt het bij, minimaal één keer per zes
maanden.
Wat zijn de 4 domeinen van verantwoorde zorg
- Lichamelijk welbevinden en gezondheid
- Woon en leefomstandigheden
- Participatie
- Mentaal welbevinden en autonomie
Wat valt onder lichamelijk welbevinden
De beroepsbeoefenaar kan een evenwicht bewaren tussen vaktechnisch handelen en de
zorgbehoeften van de zorgvrager (bij eten en drinken, medicijngebruik, voorkomen en
behandelen van infecties, gebruik van hulpmiddelen en ADL).
- Ziektegeschiedenis.
- Tijdstip verzorging, kleding en gewoontes.
- Wensen/behoeften met betrekking tot lichamelijke verzorging.
- Wensen eten en drinken (tijdstip, smaak, cultuur, slikken).
- Horen zien en ruiken.
- Medicijngebruik, tijdstip en inname, hulp bij nodig?
- Urine en ontlasting patroon.
- Pijn, jeuk, irritatie, gevoelige plekjes, wondjes.
Wat valt onder woon en leefomstandigheden
Dat er respect is voor de leefsfeer van de zorgvrager, er een beperkt aantal zorgverleners
over de vloer komt of als de zorgvrager de beroepsbeoefenaar deskundig vindt.
- Wat is belangrijk om u thuis en veilig te voelen?
- Leven van laatste jaren en vroeger (gezin, werk, gewoontes).
- Rol bij opruimen en schoonhouden.
- Privacy en eigen leefsfeer.
- Dagritme en gewoontes daarmee (middagdutje, gebedsmoment).
- Verplaatsen, naar buiten gaan, hulpmiddelen of aanpassingen.
- Andere hulpverleners.
Wat valt onder Participatie
Als de verzorgende de zorgvrager in zijn autonomie ondersteunt om zoveel mogelijk de
dingen te blijven doen die hij zelf belangrijk vindt.
- Dag/ weekindeling.
- Hobby’s.
- Wat is er veranderd en wat kunt u zelf nog?
- Contacten familieverband, kenniskring, buurt.
- Zingeving.
- Het vieren van nationale feestdagen.
Wat valt onder mentaal welbevinden en autonomie
Als de verzorgende de zorgvrager helpt om de regie in eigen handen te houden, er
geluisterd wordt naar de mening van de zorgvrager, als er sprake is van betrokkenheid en
nabijheid en als de zorgvrager om een andere zorgverlener kan vragen.
- Stemming.
- Invloed van (vervelende) gebeurtenissen.
- Gelovig.
- Ervaren van afhankelijkheid.
- Omgaan met ziekte, beperking, handicap of ouderdom.
- Wat is belangrijk in bejegening.
- Wat regelt u zelf en wat wordt door wie overgenomen?
- Toekomstbeeld.
Wat is het model van Gordon
Bij het model van Gordon wordt niet zozeer naar het dagelijks functioneren van de
zorgvrager gekeken, maar naar zijn gezondheidstoestand (lichamelijk, geestelijk en sociaal).
Hoeveel gezondheidspatronen zitten er in het model van Gordon
11
Wat zijn de 11 gezondheidspatronen
- Patroon van gezondheidsbeleving en –instandhouding. Hierbij hoort o.a. gevaar
voor infecties/letsel, niet volgen van richtlijnen voor behandeling en het onvermogen
jezelf te beschermen. Dus hoe is de algemene gezondheid, ziekte. - Voedings- en stofwisselingspatroon. Denk hierbij aan eet- en drinkpatronen
(eetlust, gewichtstoename of –verlies), eettijden, soort en voorkeur voor eten/
drinken, gebruik van supplementen en borstvoeding. Ook huidproblemen, haren,
nagels, slijmvliezen, gebit, temperatuur, lengte en gewicht vallen hieronder. Denk bv
aan wondgenezing. - Uitscheidingspatroon betreft de functie van darmen, blaas en huid. Obstipatie,
incontinentie en gebruik van laxantia vallen hier ook onder. - Activiteitenpatroon omvat het geheel aan beweging, activiteiten, ontspanning en
recreatie. Hieronder valt ADL en huishouden, maar ook pijn op de borst bij
inspanning. Ook activiteiten die de zorgvrager met een ander onderneemt. Is er
energie voor activiteiten, lichaamsbeweging. En hoe is de mobiliteit en gebruik van
hulpmiddelen. - Slaap- en rustpatroon gaat om (de beleving van) slaap en rust, de energie die
iemand heeft, het gebruik van slaapmedicatie en rituelen voor het slapen gaan. Zijn
er slaapproblemen en hoe laat is iemand in de ochtend wakker. - Cognitie- en waarnemingspatroon omvat waarnemen, leren, denken, vergeten en
probleem oplossen. Pijnbeleving, taalvermogen, geheugen en besluitvorming horen
ook bij dit patroon. - Zelfbelevingspatroon betreft hoe iemand zichzelf ziet wat betreft vaardigheden,
zelfbeeld, identiteit en emoties. Lichaamshouding, motoriek, oogcontact, stem en
spraak maken deel uit van dit patroon. Denk aan kwaadheid, verliezen van hoop en
angst. - Rollen- en relatiepatroon omvatten de rol binnen familie, werk en contacten. Hoe de
zorgvrager dit ervaart en problemen daarbinnen vallen er ook onder. - Seksualiteits- en voortplantingspatroon omvatten ook vruchtbaarheid,
rijpheidsfase en de overgang/penopauze. Maar ook de seksuele relatie,
veranderingen daarin, gebruik van anticonceptie, menstruatieproblemen, aantal
bevallingen en zwangerschap. - Stressverwerkingspatroon zegt hoe iemand met stress omgaat, maar ook de
draagkracht en steun van anderen. - Waarde- en levensovertuigingenpatroon omvatten de waarden, normen,
doelstellingen en overtuigingen waarop iemand zijn keuzes baseert. Bijvoorbeeld
belang van godsdienst en toekomstplannen.
Wat is SAMPC en waar staand De letters SAMPC voor?
Een ordeningsprincipe dat in de ouderenzorg veel werd gebruikt, is de SAMPC.
De letters SAMPC staan voor:
- S= Somatisch aandachtsgebied
- A= Algemene dagelijkse levensverrichtingen
- M=Maatschappelijk aandachtsgebied
- P= Psychisch aandachtsgebied
- C= Communicatief aandachtsgebied
Wat is PES
De P.E.S. is een hulpmiddel voor de formulering van het verpleegprobleem. De letters staan
voor:
- De P van Problem (probleem, klachten, gezondheidsverstoringen en de reactie van de
zorgvrager op de ziekte).
- De E van Etiologie (ziekteoorzaak en samenhangende factoren).
- De S van Signs (aanwijzingen en signalen) en Symptoms (waarneembare
verschijnselen).
Formuleren van zorgdoelen. Waar staat RUMBA voor
De vijf letters van RUMBA staan voor de eisen waaraan een goed geformuleerd zorgdoel aan
moet voldoen:
R = relevant = ter zake doen voor de zorgvrager.
U = understandable = begrijpelijk, in begrijpelijke taal geschreven. Vermijd vage taal.
M = measurable = meetbaar, toetsbaar.
B = behavioral = concreet, waarneembaar gedrag.
A = attainable = haalbaar.