#WS2 - H2 Flashcards
celebrale achromatopsie
het onvermogen om kleuren te zien
sensatie
het proces waarbij gestimuleerde receptoren (oren/ogen) een patroon van neurale impulsen creëren.
[onze eerste gewaarwording van de stimulus]
perceptie
perceptie creëert een interpretatie van de sensatie
perceptie is als een proces dat de inkomende sensorische patronen bewerkt en er een betekenis aan geeft.
welke 3 kenmerken hebben alle zintuigen met elkaar gemeen?
transductie, sensorische adaptatie en drempels
Deze kenmerken bepalen welke stimuli in sensaties worden omgezet, wat de kwaliteit en het effect van die sensaties zullen zijn en of ze tot ons bewustzijn zullen doordringen
wat is de taak van sensorische receptoren
om de informatie van een stimulus om te zetten in een elektrochemisch signaal
info
alle informatie die de zintuigen opvangen, wordt door neuronen in de vorm van neurale impulsen naar de hersenen verstuurd.
sensaties dringen alleen tot onze bewustzijn door als die neurale signalen de cerebrale cortex hebben bereikt.
transductie (omvorming)
het proces waarbij fysische energie (zoals lichtgolven) wordt omgezet in neurale impulsen
receptoren
gespecialiseerde neuronen in een bepaald zintuig
sensorische adaptatie
sensorische adaptatie wil zeggen dat zintuigen steeds minder gevoelig worden naarmate een stimulus langer aanhoudt.
absolute drempelwaarde
de minimum hoeveelheid fysische energie die nodig is om tot een sensorische ervaring te leiden
- als de intensiteit waarbij de stimulus bij minstens de helft van een groot aantal pogingen wordt opgemerkt
is de absolute drempelwaarde absoluut?
nee, bij iedereen varieert die drempel voortdurend, door wisselingen in onze geestelijke alertheid en lichamelijke conditie.
psychofysica
experimenten waarbij drempelwaarden van verschillende typen prikkeling werden vastgesteld
[de studie van stimulatie en sensorische ervaring]
verschildrempel
[juist waarneembare verschil JWV]
het kleinst waarneembare verschil tussen twee stimuli dat iemand betrouwbaar, de helft van het aantal keren, als verschil kan opmerken
wet van Weber
de wet van Weber stelt dat de grootte van het JWV proportioneel samenhangt met de intensiteit van de stimulus
signaaldetectietheorie
volgens deze theorie is sensatie afhankelijk van de kenmerken van de stimulus, de achtergrondstimuli en de detector
[als waarschijnlijkheid dat het signaal wordt opgemerkt en accuraat wordt verwerkt onder bepaalde omstandigheden]
waar bestaat de wat-route uit?
- de ene haalt informatie over specifieke objecten naar boven (stoel/bank)
- het andere deel identificeert omgevingen (badkamer/keuken)
– hierdoor kan je vaststellen wat de objecten zijn en binnen welke context ze bestaan
waar bestaat de waar-route uit?
stelt de locatie van een voorwerp vast tov ons lichaam
[is het voorwerp voor ons, kunnen we er tegenaan lopen?]
blindzicht
een toestand die zich voordoet bij mensen met schade aan de wat-route, waardoor ze zich visueel niet meer bewust zijn van de voorwerpen om zich heen
-> als de waar-route nog wel intact is kunnen patiënten over voorwerpen heen stappen die in de weg staan en voorwerpen aanraken of vastpakken die ze naar eigen zeggen niet kunnen zien
kenmerkdetectoren
de lengte, de lichtval, de kleur, de contouren, de locatie en de beweging van een object
binding problem
gebrek in de kennis over kenmerkdetectoren
top-downverwerking
onze doelen, vroegere ervaringen, kennis, verwachtingen, herinneringen, motivaties of culturele achtergrond spelen een rol bij de perceptie van objecten of ervaringen
[kennisgedreven verwerking]
bottom-upverwerking
de kenmerken van de stimulus hebben een sterke invloed op onze waarnemingen
[stimulusgedreven verwerking]
perceptuele constantie
het vermogen om een voorwerp vanuit verschillende hoeken en vanaf verschillende afstanden ongewijzigd waar te nemen
verschillende soorten perceptuele constanties
- kleurconstantie: zorgt ervoor dat onze waarneming van de kleur van een bloem hetzelfde blijft onder de invloed van verschillende lichtsoorten
- constantie van grootte: stelt ons in staat een persoon op verschillende afstanden als even groot waar te nemen + diepte
vormconstantie: maakt het mogelijk dat we een deur als rechthoekig waarnemen, onafhankelijk vanuit welke hoek we ernaar kijken§
illusie
als je hersenen je ‘voor de gek houden’ door een stimuluspatroon te interpreteren op een manier die aantoonbaar fout is
ambigue figuren
stimuluspatronen die op twee of meer verschillende manieren kunnen worden geïnterpreteerd
gestaltpsychologie
[perceptueel patroon/ configuratie]
de hersenen vormen een geheel, een percept dat meer is dan de som van de sensorische delen
figuur + grond
een figuur is een patroon (gestalt) waar alle aandacht naartoe gaat. al het andere wordt de grond genoemd, de achtergrond waartegen we de figuur waarnemen
subjectieve contouren
grenzen die niet in de stimulus voorkomen, maar alleen in de subjectieve ervaring van de waarnemer
sluiting
zorgt ervoor dat je incomplete figuren als compleet ziet en dat ontbrekende randen rond lege plekken en barrières worden aangevuld.
[wetten van perceptuele ordening]
wet van gelijkenis
we voegen dingen samen die op elkaar lijken (geluiden/gevoelens etc)
[wetten van perceptuele ordening]
wet van nabijheid
het principe van nabijheid stelt dat we dingen bij elkaar voegen als ze zich bij elkaar in de buurt bevinden
[wetten van perceptuele ordening]
wet van continuering
de wet van continuering stelt dat we in principe ononderbroken figuren verkiezen boven onsamenhangende figuren
[wetten van perceptuele ordening]
wet van Pragnanz
een wet die zegt dat we bij voorkeur het eenvoudigste patroon waarnemen, het patroon dat ons de minste cognitieve inspanning kost
[minimumprincipe van perceptie]
concluderen door leren
een waarnemer gebruikt eerder opgedane kennis over de omgeving bij het interpreteren van nieuwe sensorische informatie. op grond van deze kennis construeert de waarnemer conclusies en logische vermoedens over de betekenis van sensaties
perceptuele predispositie
de gereedheid om een specifieke stimulus te herkennen in een bepaalde context