Workshop of Elements Flashcards

1
Q

Wat betekent dysmorf?

A

Anders van vorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe ontstaan dysmorfe kenmerken?

A

Ze kunnen door erfelijke factoren of door omgevingsfactoren (zoals medicatie en alcohol tijdens de zwangerschap) ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar staat dysmorfologie voor?

A

De beschrijving van afwijkende kenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is colobome?

A

Een gat in een van de structuren van het oog, zoals de iris, retina, choroïd of oogzenuwkop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is preaxiale polydactyly?

A

Polydactylie betekent het hebben van meer dan 5 vingers of tenen aan een hand of voet. Preaxial polydactyly is een minder bekende situatie, waarbij de afwijking aan een zijde richting de duim voorkomt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is hypertelorisme?

A

Wijd uit elkaar staande ogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is dolichocephaly?

A

Een conditie waarbij het hoofd langer is dan verwacht bij de breedte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een metopic ridge?

A

Een abnormale vorm van het schedel. Een rand kan gezien worden op het voorhoofd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is anopthalmia?

A

Een afwijking waarbij een of bede ogen ontbreken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een syndroom?

A

Een persoon met meerdere aangeboren afwijkingen ten gevolge van een genetische oorzaak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een dysplasie?

A

Een prenataal of postnataal ontstane morfologische anomalie door verandering van cel- of weefselopbouw, of de functie van een orgaan of weefsel, die blijvend is en in ontwikkeling blijft. Bijvoorbeeld een persoon met achondroplasie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een sequentie?

A

Een of meer naast elkaar bestaande morfologische anomalieën, die waarschijnlijk als een cascade bovenop een enkele malformatie, ontregeling, dysplasie of deformatie zijn ontstaan. Bijvoorbeeld een pasgeborenen met een micrognathie en een palatoschisis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een malformatie?

A

Een niet-progressieve, congenitale morfologische anomalie van een enkel orgaan of lichaamsdeel door een afwijking op het primaire bouwplan. Bijvoorbeeld een kind met een mononier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een disruptie?

A

Een niet-progressieve, congenitale morfologische anomalie door de afbraak van een lichaamsdeel met een normaal ontwikkelingspotentiaal. Bijvoorbeeld een kind met aangeboren afwijkingen ten gevolge van maternaal medicatie gebruik tijdens de zwangerschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn morfologische kenmerken van Kabuki syndroom?

A

Flaporen: zeiloren
Brede neusrug
Openstaande mond
Gaten in de wenkbrauwen of juist volle wenkbrauwen, sommige boogvormige
Scheelkijken
Kussentje op vingers: fetal finger pads
Zichtbare conjunctiva, ectropion, eversie
Kleine lengte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn morfologische kenmerken van cornelia de Lange syndroom

A

Monobrauw, dikke wenkbrauwen
Wipneus
Kleine mond
Misvormde handen en voeten
Ptosis
Overbeharing
Absentie van Cupid’s bow
Scheelzien

17
Q

Wat zijn morfologische kenmerken van Beckwith-Wiedemann syndroom?

A

Hernia umbilicalis, omphalocèle
Macroglossi
Duidelijke haarlijn
Brede neusrug
Ooievaarsbeet
Groefje in de oorlel, putjes in de boog (kan ook aan de achterkant)

18
Q

Wat zijn morfologische kenmerken van neurofibromatose type 1?

A

Café-au-lait vlakken
Sproeten in oksels en liezen
Neurofibromen
Lisch noduli: geel-bruine bolletjes in de iris, ook wel regenboogvlies genoemd
Tumor van de oogzenuw: een op de 5/6 kinderen ontwikkelt dit
Ontbreken bot van de oogkas
Houterig bewegen
Lage spierspanning
Problemen met praten

19
Q

Wat zijn morfologische kenmerken van CHARGE syndroom?

A

Coloboom, een oogaandoening: een deel van het oog is gespleten, omdat de twee delen niet aan elkaar gegroeid zijn tijdens de zwangerschap.
Hartafwijkingen: ventrikelseptumdefect, aortaklepstenose, een vernauwing in de lichaamsslagader of een gecombineerde hartafwijking (tetralogie van Fallot)
Retardatie, een achterstand met groeien. Ook achterstand vand e verstandelijke ontwikkeling komt voor
Genitale hypoplasie, dan zijn de geslachtsorganen niet goed ontwikkeld. Bij meisjes zijn de buitenste geslachtsdelen klein. Of bij jongens zijn de zaadballen niet ingedaald of de penis klein. De puberteit kan later beginnen
Ear aandoening. De oorschelpen kunnen anders gevormd zijn (heel typerend). Slechtgorendheid kan voorkomen. En iemand kan vaak een oorontsteking hebben.

20
Q

Meten is weten! Welke maat is belangrijk om altijd te meten?

A

De schedelomtrek.

21
Q

Wat is de functie van dysmorfologie?

A

A vue diagnoses (prenataal, ernstige aandoeningen, voorkomen langdurige diagnostiek, diagnoses zonder bekende oorzaak)
Genen vinden voor bestaande beelden
Nieuwe beelden definiëren
Pathogeniciteit onbekende varianten bepalen