woordjes oefenen 25/11/2024 Flashcards
1
Q
Spelunca
A
speluncae v. de grot
2
Q
saxum
A
saxi o. het rotsblok
3
Q
posterus
A
-a-um volgend
4
Q
validus
A
-a-um krachtig, sterk
5
Q
fur
A
furis m. de dief
6
Q
sanguis
A
sanguinis m. het bloed
7
Q
mens
A
mentis v. de geest; het verstand
8
Q
vulnus
A
vulneris o. de wonde
9
Q
exitus
A
exitus de uitgang; de afloop
10
Q
adiuvare
A
-o adiuvi, adiutum helpen
11
Q
placere
A
-eo + dat = bevallen, aanstaan
12
Q
ridere
A
-eo risi, risum (uit)lachen