woordjes oefenen ( 18/ 11/ 2024) Flashcards
1
Q
equus
A
equi m. het paard
2
Q
porta
A
portae v. de poort
3
Q
statua
A
statuae v. het standbeeld
4
Q
exemplum
A
exempli o. het voorbeeld
5
Q
arma
A
armorum o. mv. de wapens
6
Q
finis
A
finis m. de grens; het einde; het doel
7
Q
servare
A
-o redden; bewaren
8
Q
claudere
A
-o sluiten
9
Q
credere
A
-o + dat. geloven, vertrouwen, toevertrouwen
10
Q
relinquere
A
-o + dat. achterlaten; verlaten
11
Q
A
12
Q
A
13
Q
scribere
A
-o schrijven
14
Q
tradere
A
-o overhandigen, toevertrouwen
15
Q
reperire
A
-io vinden; te weten komen