woordenschat thema 1 Flashcards
ambitiëren
graag willen hebben
zn ambitiëren
ambitie
bn ambitiëren
ambitieus
anarchie
toestand van ordeloosheid en ongehoorzaamheid
bn anarchie
anarchistisch
bravoure
durf, dapperheid
coherent
samenhangend
bv coherent
coherentie
werkwoord component
componeren
component
samenstellend deel
conceptueel
vast plan
zn concept
conceptueel
constateren
vaststellen
zn constateren
constatering
dagvaarding
officiële, schriftelijke oproeping om voor het gerecht te verschijnen
werkwoord dagvaarding
dagvaarden
hypothekeren
op de helling zetten
zn hypothekeren
hypotheek
ideologie
geheel van beginselen, denkbeelden van een stelsel
bn ideologie
ideologisch
incapabel
onbekwaam
intentie
bedoeling, voornemen
interpreteren
vertolken, uitleggen, toekennen van betekenis
zn interpreteren
interpretatie
kakofonie
onwelluidend kabaal
memorabel
gedenkwaardig
parameter
een in te stellen grootheid, meetbare eigenschap waarmee je kunt bepalen wat de eigenschap is
prefereren
verkiezen
propaganda
vaak misleidende informatie voor ideeën om mensen voor zich te winnen
werkwoord propaganda
propageren
satirisch
spottend, hekelend
zn satirisch
satire
substantie
stof, materie, hoofdzaak
bn substantie
substantieel