tussentaal Flashcards

1
Q

tussen wat?

A

dialect en algemeen nederlands

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

is er een specifieke tussentaal?

A

nee er zijn er heel veel in vlaanderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3 soorten dialectkenmerken

A
  • primaire dialectkenmerken
  • secundaire dialectkenmerken
  • tertiaire dialectkenmerken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

voorbeeld primaire dialectkenmerken

A

de ‘ng’ klank in Gent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

voorbeeld secundaire dialectkenmerken

A

‘boom’ => ‘buuëm’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

voorbeeld tertiaire dialectkenmerken

A

zangerige Limburgers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

voorbeelden gebruik van tussentaal

A
  • verkleinwoorden met ‘ke’ (meiske)
  • onderwerp meermaals gebruiken in een zin (gebt gij da wel gedaan)
  • gaan als hww in de toekomst (ik ga dat doen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

dialectologie

A

de tak van de taalwetenschap die dialecten van een taal bestudeerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe ontwikkelen dialecten zich?

A

spontaan, omdat ze mondeling worden doorgegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kan je in een dialect fouten maken?

A

nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly