poëzie Flashcards
1
Q
wat is het gevolg van veel monosyllaben in een gedicht
A
gejaagd, koortsig ritme, lange woorden vallen meer op
2
Q
strofeopbouw
A
aantal verzen per strofe
3
Q
disticha
A
twee verzen per strofe
4
Q
terzinnen
A
drie verzen per strofe
5
Q
kwartijnen
A
vier verzen per strofe
6
Q
metrum
A
aantal beklemtoonde lettergrepen per vers
7
Q
tetrameter
A
vier beklemtoonde lettergrepen per vers
8
Q
pentameter
A
vijf beklemtoonde lettergrepen per vers
9
Q
hexameter
A
zes beklemtoonde lettergrepen per vers
10
Q
jambe
A
onbeklemtoond + beklemtoond
11
Q
trochee
A
beklemtoond + onbeklemtoond
12
Q
mannelijk of staand rijm
A
eindrijm eindigend op beklemtoonde lettergreep
13
Q
vrouwelijk of slepend rijm
A
eindrijm eindigend op een onbeklemtoonde lettergreep
14
Q
A