Woordenschat H3 opr 3.2 Flashcards
1
Q
Beslag leggen op
A
In bezit nemen
2
Q
Rente
A
Vergoeding voor het lenen van geld
3
Q
Sanering
A
Zuivering; verbetering; het op orde brengen
4
Q
Zich conformeren aan
A
Zich schikken naar; zich aanpassen aan
5
Q
Per se
A
Beslist; stellig
6
Q
Krediet
A
Bedrag dat je leent
7
Q
Bruto
A
Zonder dat onkosten en belastingen afgetrokken zijn
8
Q
Fiscus
A
Belastingdienst; staatskas