Woordenschat H1 opr 1 + 7 Flashcards

1
Q

zo arm als een

A

kerkrat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

zo doof als een

A

kwartel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

zo dronken als een

A

tor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

zo fris als een

A

hoendje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

zo glad als een

A

aal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

zo koppig als een

A

ezel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

zo moe als een

A

hond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

zo trots als een

A

pauw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

zo rood als een

A

kreeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

zo mak als een

A

lammetje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

zo blind als een

A

mol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

zo sterk als een

A

paard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

zo dood als een

A

pier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

zo vet als een

A

varken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

zo vrij als een

A

vogel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

zo bang als een

A

wezel

17
Q

zo lek als een

A

mandje

18
Q

een waarheid als een

A

koe

19
Q

afgaan als een

A

gieter

20
Q

stelen als de

A

raven

21
Q

zwijgen als het

A

graf

22
Q

zo wit als een

A

doek

23
Q

lachen als een … die kiespijn heeft

A

boer

24
Q

beven als een

A

rietje