woorden die veel zijn voorgekomen in vorige examens Flashcards

1
Q

opschorting

A

je wordt schuldig verklaart maar er wordt nog geen straf uitgesproken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

uitstel

A

je wordt schuldig verklaart en er wordt een straf uitgesproken maar zolang je geen nieuwe feiten pleegt hoef je die straf niet uit te voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

burgerlijke aansprakelijkheid

A

tussen burgers onderling, vergoeding van de schade staat centraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

strafrechtelijke aansprakelijkheid

A

staat - burger, persoon die een overtreding begaat moet gestraft worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

stuiting

A

lopende verjaring AFBREKEN

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

schorsing

A

gedurende periode dat over verzoek wordt beslist stopt de verjaringstermijn met lopen (TIJDELIJK)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

natuurlijke rechtspersonen

A

mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

rechtsobjecten

A

goederen of voorwerpen waarover rechten en plichten kunnen bestaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

rechtssubjecten

A

natuurlijke personen en rechtspersonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

voorzitter van de raad

A

charles michel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

borgstellingsovereenkomst

A

een derde partij staat garant voor de betalingsverplichtingen van de afnemer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

buitenvervolgingsstelling

A

de raadkamer beslist dat de verdachte niet vervolgd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

volkenrecht

A

internationaal publiekrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de commissie handelt NIET op instructie van de lidstaten

A

NIET

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

externe billijkheid

A

bij het TOEPASSEN van een rechtsregel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

intrinsieke billijkheid

A

bij het maken van de rechtsregel

17
Q

verwijzingsregels

A

rechtsregel die aangeeft welk (nationaal) recht op een bepaald geval toepasselijk is door het kiezen van het beslissende aanknopingspunt.

18
Q

rechtsbekwaamheid

A

genotsbekwaamheid = het HEBBEN van rechten en plichten

19
Q

gevangenisstraf

A

correctionele straf (wanbedrijf)

20
Q

opsluiting

A

criminele straf (misdaad)

21
Q

vorderingsrecht

A

een recht dat de schuldeiser (crediteur) kan uitoefenen tegen een schuldenaar (debiteur).

22
Q

onrechtmatige daad

A

inbreuk maken op iemands recht

23
Q

bemiddelingscomité

A

bestaat uit leden van de raad en een aantal vertegenwoordigers van het parlement