hoofdstuk 6: de mens en zijn familiaal vermogen Flashcards
huwelijksvermogensstelsel
secundair huwelijksstelsel
wettelijk stelsel
3 vermogens:
- vader: alles dat hij al had
- moeder: alles wat zij al had
- gemeenschappelijk: alles wat ze verdienen tijdens het huwelijk
algehele gemeenschap
alles gemeenschappelijk
volledige scheiding van goederen
niks gemeenschappelijk
testamentaire erfopvolging
wil voor dood kenbaar gemaakt in testament, heeft voorrang op erfrecht
wettelijk erfopvolging
familiaal gericht?
afwijking van het wettelijk erfrecht
- testament
- schenkingen: wat men tijdens het leven heeft geschonken komt niet in erfenis voor
- erfstelling: bijzondere gift
individualistisch
aan wie je wil
familiaal
aan familie
sociaal
verdeeld over gemeenschap
1e orde = afstammelingen
sluiten alle andere verwanten uit
2e orde = broers en zussen of ouders
ouders krijgen elk 1/4 en de rest wordt verdeeld over de broers en zussen
3e orde = grootouders, overgrootouders
binnen elke lijn krijgt de dichtste graad het erfdeel, erfgerechtigde in zelfde graad => verdeling per hoofd
kloving
nalatenschap wordt in twee verdeeld (moederlijk en vaderlijk deel)
plaatsvervulling
wanneer de erfgerechtigde dood is of de erfenis verwerpt => afstammelingen krijgen het (verdeling per hoofd)