wonen in nederland: 3 Flashcards

1
Q

belevingseconomie

A

een economie waarbij niet het product of de dienst centraal staat maar de beleving voor de klant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

circulaire economie

A

een economie waarbij niets wordt weggegooid en alles wordt hergebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

creatieve stad

A

stad waar veel nieuwe ontwikkelingen en innovatieve activiteiten plaatsvinden; beeldende kunst, ambachten, muziek, etc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

demografische krimp

A

afname van de bevolking in een bepaald gebied (bevolkingskrimp)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

drempelwaarde

A

het minimum aantal mogelijke klanten dat een voorziening nodig heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

duurzame stad

A

een stad die zo duurzaam mogelijk probeert te zijn door bijvoorbeeld het verbruik van natuurlijke hulpbronnen zo laag mogelijk te houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

energietransitie

A

overgang van het gebruik van fossiele energiebronnen naar duurzame energiebronnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

grootstedelijke functie

A

funcite die je alleen in of bij grote steden kunt vinden, zoals een concertgebouw, hoger onderwijs, ziekenhuis, winkelcentrum of vliegveld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kenniseconomie

A

economie van een land of stad, waarbij een groot ddeel van de economische groei voortkomt uit de ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

landschapsvervuiling

A

het plaatsen van objecten of nemen van maatregelen die het landschap verstoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

milieuvervuiling

A

verontreiniging van de bodem, water of lucht door uitstoot van schadelijke stoffen door de mens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

reikwijdte

A

de maximale afstand die mensen willen reizen om gebruik te maken van een voorziening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

sciencepark

A

een gebied, vaak bij een universiteit, waar hoger onderwijs, hoogwaardig onderzoek en kennisintensieve bedrijven bij elkaar zitten, wat mogelijkheden schept om van elkaars aanwezigheid en kennis gebruik te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

smart city

A

stad die door de inzet van technologie, creativiteit, innovatie en kennis aantrekkeleijker, duurzamer en leefbaarder wil worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

stadsgewest

A

stad met voorsteden eromheen die onderling veel contact hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

stedelijk gebied

A

stadsgewesten die (bijna) aan elkaar zijn vastegegroeid

17
Q

verzorgingsgebied

A

het gebied rondom een stad dat voor alle stedelijke voorzieningen is aangewezen op die stadv

18
Q

voorzieningenniveau

A

het aanbod van bedrijven, activiteiten en diensten in een bepaald gebied