Wijn bewaren en serveren Flashcards

1
Q

Benoem 3 aanwijzingen die gevolgd moeten worden bij het bewaren van wijn

A
  • langetermijnopslag: wijnen moeten op een koele en constante temperatuur worden gehouden.
  • wijnen moeten weggehouden worden van sterk zonlicht en scherp kunstlicht. (verlies fruitigheid)
  • wijn afgesloten met kurk dan liggend bewaren. (verlies fruitigheid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Beschrijf de serveertemperatuur voor mousserende wijn

A

goed gekoeld 6-10 C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Beschrijf de serveertemperatuur voor zoete wijn

A

goed gekoeld 6-8 C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beschrijf de serveertemperatuur voor wit en rosé met lichte tot gemiddelde body

A

gekoeld 7-10 C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Beschrijf de serveertemperatuur voor wit met volle body

A

licht gekoeld 10-13 C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Beschrijf de serveertemperatuur voor rood met gemiddelde tot volle body

A

kamertemperatuur 15 - 18 C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Beschrijf de serveertemperatuur voor rood met lichte body

A

licht gekoeld 13 C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom loopt de kelk van het glas taps toe?

A

Hierdoor kunnen de aroma’s van de wijn zich binnen het glas concentreren en zijn ze beter waar te nemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Benoem de stappen van wijn schenken

A
  • controleer hoe de wijn er uit ziet. (Troebelheid kan duiden op een fout)
  • controleer of er geen vaste deeltjes in de wijn zweven
  • controleer het aroma van de wijn op fouten. (de wijn mag niet muf ruiken of aroma’s van nat karton of azijn hebben)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly