Wijn bewaren en serveren Flashcards
Benoem 3 aanwijzingen die gevolgd moeten worden bij het bewaren van wijn
- langetermijnopslag: wijnen moeten op een koele en constante temperatuur worden gehouden.
- wijnen moeten weggehouden worden van sterk zonlicht en scherp kunstlicht. (verlies fruitigheid)
- wijn afgesloten met kurk dan liggend bewaren. (verlies fruitigheid)
Beschrijf de serveertemperatuur voor mousserende wijn
goed gekoeld 6-10 C
Beschrijf de serveertemperatuur voor zoete wijn
goed gekoeld 6-8 C
Beschrijf de serveertemperatuur voor wit en rosé met lichte tot gemiddelde body
gekoeld 7-10 C
Beschrijf de serveertemperatuur voor wit met volle body
licht gekoeld 10-13 C
Beschrijf de serveertemperatuur voor rood met gemiddelde tot volle body
kamertemperatuur 15 - 18 C
Beschrijf de serveertemperatuur voor rood met lichte body
licht gekoeld 13 C
Waarom loopt de kelk van het glas taps toe?
Hierdoor kunnen de aroma’s van de wijn zich binnen het glas concentreren en zijn ze beter waar te nemen.
Benoem de stappen van wijn schenken
- controleer hoe de wijn er uit ziet. (Troebelheid kan duiden op een fout)
- controleer of er geen vaste deeltjes in de wijn zweven
- controleer het aroma van de wijn op fouten. (de wijn mag niet muf ruiken of aroma’s van nat karton of azijn hebben)