Druiven telen Flashcards
Benoem de belangrijkste fasen in de jaarlijkse cyclus van de druiventeelt
Bloei, rijping van druiven
Benoem de veranderingen tijdens het rijpen van de druif
- de druiven zwellen op door water
- het suikergehalte in de druiven stijgt
- het zuurgehalte in de druiven daalt
- smaken worden rijper
- de kleur van witte druiven verandert van groen naar goudgeel
- de kleur van blauwe druiven verandert van groen naar blauwpaars
In welke gebieden groeien wijnstokken het best?
in gebieden waar de winter koud genoeg is om de wijnstokken een rustperiode te bezorgen.
Benoem de karakteristieken van een koel klimaat
- gebieden liggen dichter bij de polen
- gemiddelde temperatuur is laag
- het zonlicht is zwakker dan in gebieden dichter bij de evenaar.
- in sommige jaren kunnen de druiven er niet rijp worden.
- worden meestal witte druiven geteeld.
Benoem de karakteristieken van een warm klimaat
- gebieden liggen dichter bij de evenaar
- de gemiddelde temperatuur is hoog
- het zonlicht sterker
- de druiven rijper er altijd goed
- worden meestal blauwe druiven geteeld.
- de smaken van de druiven zijn er rijper.
Vul aan: Hoe kouder het is, hoe ……. het suikergehalte en hoe ……. het zuurgehalte in de druiven.
Hoe kouder het is, hoe lager het suikergehalte en hoe hoger het zuurgehalte in de druiven.
Vul aan: Hoe warmer het is, hoe ……. het suikergehalte en hoe …….. het zuurgehalte in de druiven.
Hoe warmer het is, hoe hoger het suikergehalte en hoe lager het zuurgehalte in de druiven.
Op welke breedtegraad liggen de meeste wijnstokken?
Tussen de 30 en 50 breedtegraad.
Hier krijgen de druiven de juiste hoeveelheid zonlicht, water en warmte.