WG 8 Flashcards

1
Q

wanneer spreken we van onbedoeld gewichtsverlies

A

meer dan 5% van het lichaamsgewicht binnen 6 maanden of minder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

er is een hogere geasssocieerde mortaliteit met gewichtsverlies van meer dan 4%

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

vanaf welke leeftijd is het normaal dat het lichaamsgewicht rond de 1-2% daalt?

A

55 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

het moeilijke met gewichtsverlies is dat veel aandoeningen op meerdere mechanismen berusten

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waar denk je aan als iemand angst heeft voor pijn na eten?

A

refluxoesofagitis, peptische ulcus, gastritis en galsteenlijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke oorzaken zijn er voor onvoldoende opname van voedingsstoffen?

A

pancreasinsufficiëntie, coeliakie (meer eetlust, maar vettige ontlasting), parasitaire darmziekten, diarre

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bij coeliakie heb je toegenomen eetlust maar wel gewichtsverlies

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de meeste mensen met gewichtsverlies krijgen geen geen verklaring (symptoomdiagnose/onverklaard gewichtsverlies)

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke factoren maken onverklaard gewichtsverlies minder waarschijnlijk?

A

meer dan 20 pakjaren gerookt
moeheid, misselijkheid of braken
recent toegenomen eetlust
recent veranderde hoest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

inspectie van het gebit kan niet onbtreken bij gewichtsverlies. daarnaast zijn er ziektes die zorgen voor problemen met eten, kauwen of slikken, zoals

A

dementie, CVA of ALS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wanneer doe je een gastro-intestinale scopie bij iemand met gewichtsverlies?

A

patiënt ouder dan 50 jaar of bij anemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

alcoholabusus kan zorgen voor gewichtsafname

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

oesofaguscarcinoom en maagcarcinoom komt met name voor bij mannnen ouder dan 60. een belangrijke klacht is zwarte ontlasting of passageklachten. risicofactoren zijn alcohol, roken en overgewicht

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe kan je onderscheid maken tussen orofaryngeale dysfagie en oesofageale dysfagie

A

orofaryngeale dysfagie kan komen door neuromusculaire oorzaken als CVA, parkinson of alzheimer of sommige medicatie.

oesofageale dysfagie kan komen door peptische stenose, reflux, eosinofiele oesofagitis of motorische stoornissen en achalasie.

beiden kunnen komen door een tumor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

bij slikklachten van vast voedsel denk je eerder aan oesofageale dysfagie

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

risicofactoren voor gewichtsverlies zijn: hoge leeftijd, roken, slechte gezondheid, kanker, ziekten, depressie en stress

A

waar

17
Q

welk aanvullend onderzoek doe je bij onverklaard gewichtsverlies?

A

bloedonderzoek en urineonderzoek (diabetes, infecties)

18
Q

groot gewichtsverlies kan bijdragen aan decubitis (doorligwonden), heupfracturen, weerstandvsermindering en verlies van spiermassa

A

waar

19
Q

infecties, hyperthyreoïdie, aids, TBC, drugs, langdurige lichamelijke activiteit en copd in de eindfase zijn redenen van meer energieverbruik en dus gewichtsverlies

A

waar

20
Q

recidiverende pneumonie of bloed ophoesten bij een roker zijn een rode vlag

A

waar

21
Q

diarree, hoesten en recidiverende (long)infecties ic.m gewichtsverlies wijzen op

A

aids

22
Q

bij welke indicaties heeft het maken van een X-thorax zin?

A

longcarcinoom
tuberculose
vergrote lymfeklieren

23
Q

wat doe je indien de oorzaak van het gewichtsverlies uit de anamnese en lichamelijk onderzoek geen afwijkingen laat zien?

A

je doet bloed en urine-onderzoek