weten voor de toets chemie Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Het atoomnummer van pb is 82. Wat betekent dit?

A

Het betekent dat pb (lood) 82 protonen heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het massagetal van natrium is:
23
11

Hoeveel protonen en neutronen heeft natrium?
Hoeveel weegt het?

A

Natrium heeft 11 protonen
Natrium heeft 23-11 = 12 neutronen
Natrium weegt 23 u

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

1: 1,3-methylpentaan & 2-methylpentaan
2: 3,3-methylhexaan & 3,3-methylheptaan
3: CH4 & C2H6
4: 2,3-methylhexaan & 3-methylhexaan

Welke moleculen zijn isotopen van elkaar?

A

1 en 4 zijn goed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verschil tussen Pb+2 en Pb-2

A

Pb+2 heeft 2 extra protonen meer dan dat het elektronen heeft.

Pb-2 heeft 2 extra elektronen meer dan dat het protonen heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de algemene formule voor suiker (monosacharide

A

C6H12O6

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem de alkaannamen van 1C atoom tot en met 10C atomen

A
CH4 = Methaan
C2H6 = Ethaan
C3H8 = propaan
C4H10 = Butaan
C5H12 = Pentaan
C6H14 = Hexaan
C7H16 = Heptaan
C8H18 = Octaan
C9H20 = Nonaan
C10H22 = Decaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de algemene alkaanformule

A

Cn Hn2+2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een tertaire koolstofatoom?

A

Dit is een koolstofatoom die verbonden is aan 3 koolstof atomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Op welke c-atomen zijn de amyloseketens verbonden

A

Dit is een 1-4 verbinding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Op welke c-atomen zijn de amylopectineketens verbonden?

A

Dit is eerst een 1-4 verbinding later wordt het een 1-6 verbinding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurt er met het water bij geleren?

A

Het water komt vast te zitten tussen de ketens. Dit komt vooral door de amylopectine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurt er met het water bij retrogradatie

A

Het water gaat H-bruggen aan met de pectineketens. Dit gebeurt voor door amylose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Noem 3 sterke zuren

A

zoutzuur
salpeterzuur
zwavelzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem 6 zwakke zuren

A
azijnzuur
oxaalzuur
citroenzuur
appelzuur
fosforzuur
methaanzuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

noem 4 sterke basen

A

natronloog
kaliloog
kalkwater
barietwater

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

noem 1 zwakke base

A

ammonia

17
Q

Wat betekent het als iets een hoge ph heeft

A

Dit houdt in dat het een base is

18
Q

Wat betekent het als iets een lage ph heeft

A

Dit houdt in dat het een zuur is

19
Q

Teken de formule van benzeen uit

A

.Benzeen is een hexagon en heeft de formule c6h6

20
Q

Wat is het verschil tussen een zwak zuur en een sterk zuur?

A

sterke zuren ioniseren volledig in water. Hun staan allemaal hun h+ af

Zwakke zuren ioniseren gedeeltelijk in water. Een paar moleculen zullen maar hun h+ afstaan