Werkwoorden -- R Flashcards
1
Q
raden
A
raadde, raadden, geraden, guess
2
Q
rijden
A
reed, reden, gereden, drive/ride
3
Q
rijzen
A
rees, rezen, gerezen, rize/raise
4
Q
roepen
A
riep, riepen, geroepen, call
5
Q
ruiken
A
rook, roken, geroken, smell