Werkgeluk Flashcards

1
Q

Geschiedenis (De Prins)

A

1: Prehistorie –> overleven
2: Landbouwrevolutie: sedentair, daling levenskwaliteit door zorgen, werk = straf, deels geluk in vinden
3: Steden en ambachten, gilden, werk = deels straf deels trots, Karl Marx (afwisselend werk, loon, goede omstandigheden, betekenis)
4: Industriële revolutie: slechte omstandigheden, gevaarlijk, deel van groot geheel, geen privé meer
5: Tijdperk tevredenheid: dienstenjobs, sociaal, betere loon en uren, Marie Jahoda (latente deprivatiemodel –> sociaal contact, structuur, gedeeld doel, sociale identiteit en status (+ geld))
6: Tijdperk hoge verwachtingen: minder scheiding werk en privé en hoge verwachtingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

2 werkgeluk concepten (4 dimensies)

A

Hedonistisch (tevredenheid en plezier) en eudomonisch (zinvolheid en actief engagement)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Tevredenheid

A

75% België; hangt af van loon, relatie collega’s en baas, interessant werk, veiligheid en genen; zelfbedrog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Plezier

A

Activerend en Prettigheid (verdriet, stress, vreugde, comfort); Positieve affecten (beter frequenter dan intenser) en negatieve affecten (min. 8% NA –> gevoel dat je werkt)
–> Meer autonomie, betere resultaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Actief engagement

A

betrokkenheid tot organisatie; 12%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zinvolheid

A

hoe zinvol je je werk vindt; moeilijk te vinden, 5%; hangt af van aard activiteit, roepingsoriëntatie, strenght match, value match

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

6 (on)gelukkigen

A

ongelukkig, tevreden zonder meer, gewoon gelukkig, prettig geëngageerd, vreugdeloos geëngageerd, volkomen gelukkig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe gelukkig maken?

A

50% is persoon zijn verantwoordelijkheid zelf; geluksinterventies –> voorzichtig mee zijn (want druk); ABC –> autonomie, bonding, competentie; eerst tevreden dan de rest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly