Werken met psychische kwetsbaarheid Flashcards
Werkgroepen
4 groepen:
Niet beroepsbevolking ( onder 15, 65+)
Beroepsbevolking in arbeidsmarkt die werkt
Beroepsbevolking in arbeidsmarkt die werk zoekt
Beroepsbevolking in arbeidsmarkt die niet werkt (studenten en invaliden)
Arbeidshandicap
1 op 7 in bevolking
Kan lichamelijk, psychisch, taal, armoede, … zijn
Grotere afstand tot arbeidsmarkt
Subgroep: CMPPS –> nog grotere afstand tot arbeidsmarkt = mensen met cognitieve, medische, psychische, psychiatrische en/of sociale problemen
Wie werkt, wie niet?
Met arbeidshandicap:
–> Niet werkend: Invalide (meer dan jaar thuis) –> leefloon (minder snel werk zoeken/geraken), politiek wil zo snel mogelijk terug aan werk, gebrek aan ondersteuning
–> Minder werkzaam: laaggeschoold, vrouw, niet in België geboren, psychische problemen
–> Werkend: wel aangenaam werk? WERKBAARHEID
Financiële aspect (organisaties en tijdlijn)
Organisaties:
RIVIZ: kijken welk bedrag je terugbetaald krijgt bij ZIEKTE –> communiceren met artsen
RVA: kijken welke bedrag je krijgt bij WERKELOOSHEID
Tijdlijn:
Gewaarborgd loon: eerste 30 dagen
Primaire arbeidsongeschiktheid: 1j.,vervanginkomen van 60% van loon –> via en van ziekenfonds (AANVRAGEN)
Invaliditeit: 2j., invaliditeitsuitkering van 40% tot 65% van loon via ziekenfonds maar van RIVIZ
Barriéres voor werken met arbeidshandicap
model:
Uitkomst( tevredenheid, hervatten werk, …) wordt beïnvloed door eerdere werkervaringen, arbeidshandicap (persoonskenmerken –> persoon, aard handicap; werkfactoren; beroepsrevalidatie) en macroniveau
–> Macroniveau: economische situatie, wetgevend kader
–> Eerdere werkervaringen: brengt premorbide functioneren in kaart
–> Arbeidshandicap
=>Persoon (arbeidshandicap): zelfvertrouwen, motivatie, voldoende steun, …
=>Aard handicap: psychisch, fysiek, concentratie, sociale vaardigheden, verwerkingssnelheid, …
=> Werkfactoren: ondersteuning werkgever (bezorgdheid over emotionele stabiliteit, veilig uitvoeren taken, kunnen uitvoeren taken, werkattitude, met kritiek kunnen omgaan,…), aard werk (job aanpassingen, hoog niveau, ..), communicatie, …
=> Beroepsrevalidatie: kwaliteit van integratieprogramma, maatwerk ,waar wil persoon werken, heeft persoon inspraak, genoeg steun van begeleiders, …
Wetenschap
1: Train then place = eerst trainen (vaak in beschermde omgeving) –> vaardigheden en ritme aanleren
Effect: vermindering symptomen, betere structuur
Kritiek: te grote stap naar werkplaats –> niet geoefend in reële situaties
Vb.: maatwerkbedrijven, club house model
2: Place then train
IPS –> meest onderzocht en bekendste
8 principes (basis): zero inclusiviteit, ondersteuning op werk, snel en gericht zoeken, begeleider is psychologisch geschoold, cliënt voorkeuren staan centraal, werkgeversnetwerk, inclusief werk met loon, advies uitkeringskwesties
–> tegengehouden door structuur arbeidsmarkt, attitude maatschappij en organisatie (niet alle 8 principes implementeren)
Vlaamse praktijk (actoren)
VDAB: helpt werk te zoeken = heel algemeen
GTB = individuele begeleiding –> wat zijn de moeilijkheden, … –> wel geen on the job hulp
GOB: verschillende kleine organisaties –> meer intensere individuele begeleiding
–> moet alle 3 doorgaan
+ ziekenfonds = kan ook begeleiden voor werk
Vlaamse praktijk (TOM’s)
= tewerkstellende ondersteunende maatregelen
= aanpassingen die je aan overheid mag vragen –> via werkgever en die kan daar subsidies voor krijgen vb. tolk, tegemoetkoming vervoer en tegemoetkoming voor werkgever wanneer je trager bent met deadlines afmaken
NEC en SEC
Nec: normaal economisch circuit
Sec: sociaal economisch circuit = heel de organisatie kan subsidies krijgen door het tewerkstellen van iemand met psychische kwetsbaarheid
Verschillende artsen
Bedrijfsarts: controleren of je al voldoende hersteld bent om taken veilig uit te voeren bij terugkeer
Controlearts: via werkgever, controleert of je wel degelijk ziek bent
Adviserende arts van ziekenfonds: ziekenfonds wil zeker zijn dat het terugbetaalde bedrag wel degelijk om de juiste redenen is –> adviserende arts kan dit onderzoeken
Behandelende arts: arts die u behandeld
Participatieladder
1: contacten in huiselijke kring
2: contacten buitenhuis
3: Arbeidsmatige activiteiten: niet echt arbeid, veel ondersteuning, niet veel betaald
4: Tijdelijke activerende activiteiten: tijdelijke trede, ervaring opdoen in werkveld om zelf te kunnen kijken en beslissen of je een trede hoger gaat (naar 5 of 6) of dat je toch blijft bij 3 omdat het wat te moeilijk is
5: Betaald werk met ondersteuning
6: Betaald werk
–> stap 3 en 4 veel begeleiding van zowel zorg voor welzijn als GTB, VDAB, etc. voor werk
Re-integratie traject
Integratie in stapjes –> niet meteen 100% werken maar beginnen met vb. 40% en zo verder gaan en desnoods terug gaan als je merkt dat je te veel hooi op je vork hebt genomen
–> toestemming: adviserende arts + psycholoog, huisarts,… advies
–> praktijk vaak moeilijker dan op papier