Disclosure Flashcards

1
Q

Definitie + types

A

= Openbaarmaking
–> selectieve disclosure
–> strategisch getimede
–> non-disclosure
–> volle disclosure
–> onbedoelde niet gekozen disclosure
–> geforceerde disclosure

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Voordelen

A

Steun en begrip
Verklaart werkonderbrekingen, symptomen, …
Voorbeeldfunctie
Redelijke aanpassingen (= aanpassingen nodig om iemand met beperking in staat te stellen te solliciteren of functie uit te oefenen) –> deeltijds werk, meer pauze, hoofdtelefoon, ….

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Nadelen

A

Angst groepsgebeuren: buitengesloten, roddelen
Angst dat alles gezien wordt als symptoom
Angst carrière: minder kans promotie, job niet krijgen, …–> onderzoek: burn-out nog negatief beeld over (buiten zelf meegemaakt of in contact mee gekomen)
Geen nood
Geen weet
Gevoel recht niet hebben
Eerdere negatieve ervaringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Nadelen bij solliciteren

A

Solliciteren vaak onder niveau –> wekt argwaan
Negatieve percepties –> minder kans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Beïnvloedende factoren

A

Persoonsgerelateerd: ernst, zichtbaarheid, zelfeffectiviteit, …
Werk: werkzekerheid, makkelijker aanpassingen maken, …
Sociale factoren: steun, relaties op werkvloer, ….

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

In praktijk

A

Stap 1 : nadenken disclosure: eerdere ervaringen, symptomen, regelgeving werk, redenen en waarom nu, verwachte reacties, reacties analyseren, risico’s en voordelen bespreken

Stap 2: Persoon kiest voor disclosure: voorbereiden (Wat, waarom, wie, wanneer, documenten nodig, inoefenen

Stap 3: Persoon kiest niet voor disclosure: coverstory, sociale steun buiten het werk, zelf aanpassingen, gericht zoeken naar werk

(E-hulp): CORAL 2.0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Sollicitatie in praktijk

A

Wettelijk moet je niet vertellen maar best wel, hoeft je niet in brief te zetten maar wel meteen vertellen op het gesprek, focus op positieve en mogelijkheden, duidelijk zijn en niet te moeilijk uitleggen, specifiek zijn over hulpbronnen en wat je nodig hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly