Werkcollege 4

Question 1

Betoog analyseren op drie niveaus: Omschrijf model:

Answer 1

 Macrostructuur: inleiding – argumentatief middendeel – slot

Basisopbouw
o (indicatie van) stelling in titel
o Inleiding
o Argumentatief middendeel met:
o Argumenten voor
o Argumenten tegen weerleggen
o Conclusie

Opening:
1. Verkrijgen aandacht en bevorderen begrip
2. Welwillend stemmen
3. Anekdote

Inleiding
1. Toelichten achtergronden onderwerp (aanleiding)
2. Uiteenzetten standpunt
3. Aankondigen indeling kern ; argumenten labelen

Argumentatieve middendeel
o Aanvoeren argumenten eigen standpunt
o Ontkrachten of weerleggen standpunt tegenstander
o Onderbouw met (feitelijke) argumenten
o Gebruik het sexi-model (later dit college) om argumenten weer te geven
o Maak duidelijk onderscheid feiten - meningen

Structuur door:
o structuuraanduiders
o korte samenvattingen
o verbanden aanduiden

Slot
o Conclusie (= herhalen standpunt) Kortom, …
o Samenvatten
o Afsluiten met pakkende uitsmijter (pathos)

DUS:
1) Begin – ethos en pathos
2) Middendeel – logos
Plaats hier de logische argumenten vooraan, meer emotionele argumenten daarna (eerst hoofd,
dan hart)
3) Slot - pathos

Question 2

Wat is de opbouw van een Mesostructuur: (sexi-model, opbouw alinea)

Answer 2

SEXI:
- State (statement)
- Explain (explanation)
- Illustratie (illustration)

De stelling luidt: ik ga vanavond niet uit.

In het betoog:
De derde reden waarom ik vanavond niet uitga, is omdat ik al drie avonden op rij ben uitgegaan
(statement).
Drie avonden is voor mij gewoon te veel avonden op een rij. (explanation).
Denk maar aan die keer dat ik vier avonden achtereen uit was gegaan, toen ben ik daarna een week ziek geweest! (illustration)

Question 3

Microstructuur: spelling en formulering

Answer 3

• Spelling
• Formulering
• Stijl

Question 4

Controle op deugdelijkheid:

Answer 4

Zijn alle argumenten deugdelijk of worden er drogredenacties gebruikt? Wel drogredenen? Geef aan welke drogreden gebruikt wordt.

Question 5

Controle op steekhoudendheid:

Answer 5

 Verband tussen argument en standpunt: is aanwezig; is logisch.

 Argumenten zijn gebaseerd op gedegen onderzoek en goede bron

 Argumenten bevatten juiste cijfers in juiste context