Werkcollege 15 + 16 Pijn, CBS en fybromyalgie Flashcards
Pijn
Pijn heeft een essentiele functie: alarmeren voor verwondingen of gevaar. Denk aan warme kookplaat of infectie.
Destructief en problematisch indien chronisch, beheerst leven
Pijn wordt gecreëerd in onze hersenen. Hersenen krijgen signalen om pijn te veroorzaken.
Pijn zet je in tot actie om verdere schade te vermijden.
Nociceptie
De pijnprikkel opzich, bv. hand op kookplaat.
Het pijnmodel van Loeser
1: de pijnprikkel
2: de gewaarwording van pijn
De gewaarwording van pijn, hoe wordt pijn gewaar.
3: de pijnbeleving
Pijnbeleving, intensiteit en duur van de pijn.
4: het pijngedrag
Pijngedrag, bv. wegtrekken van hand bij kookplaat.
Acute pijn vs. Chronische pijn
Acute pijn: pijn korter dan 3-6 maanden.
Chronische pijn: pijn langer dan 3-6 maanden. Begint meestal als acute pijn.
Verschillende typen van pijn:
- Pijn met duidelijke oorzaak, vb reuma
- Pijn zonder duidelijke oorzaak, vb rugpijn
Gevolgen van leven met pijn (chronische pijn)
Depressie als gevolg van chronische pijn: mensen met chronische pijn kunnen geïsoleerd raken –> verlies sociale interactie –> mogelijke depressie.
Depressie als oorzaak voor chronische pijn: mensen met depressieve klachten zijn vaak veel passiever, bewegen minder. Weinig bewegen is een risicofactor voor chronische pijn. Denk aan rugpijn door inactiviteit.
Mensen met depressie hebben ook een grotere focus op lichamelijke klachten door dit uit te vergroten.
Slechte copingsstijl –> grotere kans op depressie/ chronische pijn.
Voordelen van pijn??
Ziektewinst: Wat iemand als bevredeging ervaart bij het ziek zijn.
Wat kan iemand winnen als ze ziek zijn?
Er wordt voor je gezorgd, meer aandacht, uitkering…
Ziektewinst kent ook nadelen:
- Dramatisering: door focus op de klachten te leggen, lijken de klachten ook groter te worden.
- Inactiviteit: als we een bepaald lichaamsdeel niet meer gebruiken, wordt de persoon inactief en heeft dit een hoop gezondheidsnadelen. Door nog minder te bewegen kan er zo nog meer pijn ontstaan.
- Middelenmisbruik: kan gaan over de medicatie misbruiken om met een situatie om te gaan.
- Afhankelijkheid van anderen.
- Invaliditeit: denk aan arbeidsongeschikten of mensen met een minder niveau van functioneren.
Belang van sociale ondersteuning
Goede balans vinden tussen persoon helpen bij de pijn en te stimuleren en anderzijds ook respect hebben voor de pijn.
Door de patiënt stimuleren zelf dingen te blijven doen, blijven ze actief. Het is belangrijk mensen met pijn actief te houden.
Emotionele ondersteuning.
Welke factoren beïnvloeden het ontstaan en het verloop van pijn? (verouderde) biologische modellen
Specificiteitstheorie?
Epicurus (3de eeuw BC), Descartes (17e eeuw)
Specificiteitstheorie: er zijn bepaalde pijnreceptoren in ons lichaam en die receptoren geven een pijnsignaal aan het brein.
ZIE FIGUUR 18
Poortcontroletheorie / gate control theory
Melzack & Wall, 1965
Er zijn twee processen die de gewaarwording van pijn gaan beïnvloeden. Beide processen spelen in op een poortje in het ruggenmerg.
2 processen: pijnprikkel en cognities die de pijnprikkel gaan controleren.
Als je veel aandacht geeft aan lichamelijke sensaties staat de pijn poort helemaal open –> je ervaart pijn nu heel sterk.
Als je veel afleiding hebt en je niet focust op lichamelijke sensaties, hierdoor sluit de pijnpoort zich. –> je ervaart pijn nu minder. Pijn kan nog steeds even intens zijn, maar er is minder gewaarwording.
De neuromatrix, Melzack 2005
Neuromatrix: poort ligt in het brein. Veel verschillende hersendelen die met elkaar in interactie treden om pijn te construeren.
- Cognitieve hersendelen: wat zijn iemand z’n verwachtingen van pijn?
- Sensorische hersendelen:
- Emotionele hersendelen: hoe dat mensen zich voelen, eerdere ervaringen hebben invloed op hoe je je huidig voelt.
Zo kan het lichaam pijn ervaren zonder dat het er is: iemand verwacht pijn, is bang van pijn, dan ook nog door eerdere ervaringen die pijnlijk waren.
Dit is waardoor mensen anders reageren op pijn. Verwachtingen en eerdere ervaringen.
- Pijnperceptie: Hoe ervaren we pijn.
- Actieprogrammatie: Hoe reageren we op pijn.
- Stress-geregelds programma’s: hoeveel cortisol er in het lichaam zit.
Als PC kan je invloed hebben op de pijn van je cliënt. Als je je actief inzet op het verwerken van eerdere ervaringen en verwachtingen, dan kan je een verschil maken voor je cliënt.
Cliënten helpen met pijn.
Als je cliënten de mogelijkheid geeft zelf medicatie toe te dienen zorgt voor gevoel van controle en ook vermindering van pijnervaring.
Sociale context: reactie vanuit de omgeving is heel belangrijk voor pijnbeleving. Als iemand te empathisch is dan kan de cliënt in angst schieten. Er moet een goede balans zijn in aandacht voor de pijn van de cliënt.
Placebo speelt in op de input. Met placebo beïnvloed je de verwachting van de pijn.
Fear of avoidance model
ZIE FIGUUR 20
Hoe kunnen we mensen leren omgaan met (acute) pijn?
- Eerstelijnszorg voor acute pijn meestal farmacologisch
- Psychologische interventies
- Meten van pijn, om zicht te krijgen op pijnbeleving- en ervaring.
- Gevoel van controle geven over pijn is belangrijk!
door de patiënt aangestuurde pijnbestrijding - Aanleren van coping vaardigheden
Afleiding
Gerichte concentratie op iets anders versus pogingen om pijn te negeren
Ontspanning
Hypnose: iemand in een verlaagd bewustzijnsniveau brengen. Vanuit daar worden er bepaalde instructies gegeven.
Hoe kunnen we mensen begeleiden en leren omgaan met (chronische) pijn?
- Behavioristische interventies
Operante conditionering
Pijngedrag ontstaat door pijnbeleving en wijze waarop anderen op uitingen van pijn reageren
Interventies ter vermindering van invaliditeit door verandering omgevingsfactoren → niet langer voor het pijngedrag beloond worden. - Cognitief behavioristische interventies
Toename geloof in eigen kunnen en optimisme → Indirecte verandering van cognities. - Individuele of groepstherapie
Niet-helpende gedachten - denkfouten
Termen ‘nooit’ en ‘altijd’ zijn sterke indicatie van een denkfout.