Week 9: Stoornissen van bewustzijn, geheugen en oordeelsvermogen Flashcards

1
Q

Noem de 9 onderdelen van het psychiatrische onderzoek

A

Algemene indruk
Bewustzijn
Waarnemen
Denken vorm
Denken inhoud
Stemming
Affect
Psychomotoriek
Gedrag en motivatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Noem de hierarchie van syndromen

A

Cognitief
Psychotisch
Stemming
Angst en dwang
Stress en aanpassing
Lichamelijke klachten
Verslaving, drang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe wordt het typische beeld van EMV 451 genoemd?

A

Niet responsief waaksyndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem 5 criteria van een delier

A

Stoornis in bewustzijn en aandacht
Ontwikkelt in korte tijd, fluctueert
Verandering in cognitieve functies
Niet beter verklaard door neurocognitieve stoornis/coma
Aanwijzing voor somatische oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem de acute oorzaken van een delier

A

WHHHHIMPS

Wernicke encephalopathie/withdrawal
Hypoxie
Hypertensieve encephalopathie
Hypoglycemie
Hypoperfusie
Intracraniale bloeding
Meningititis/encephalitis
Poisons/meds
Seizures

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 2 soorten geheugen hebben we en wat zijn de subcategorieën?

A

Delaratief (semantisch en episodisch)
Non-declaratief (priming in neocortex, procedureel geheugen in striatum, associatief/emotioneel geheugen in amygdala, non-associatief geheugen=reflexen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de stappen van het geheugen?

A

Acquisitie
Encoding
Consolidatie
Lange termijn geheugen
Vergeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe werkt het geheugen neurobiologisch?

A

Postsynaptisch AMPA en NMDA receptoren
NMDA pas open bij verdwijnen magnesiumblok, bij gelijktijdig vuren van 2 neuronen. Ca cel in, bindt aan CAMK-2. Fosforyleert zichzelf -> meer AMPA receptoren in membraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke 3 redenen zijn er voor NPO?

A

Vaststellen neurocognitieve stoornis en ernst
Bijdragen aan nosologisch/etiologische diagnose
Bijdrage aan DD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke klachten bij een subcorticale dementie?

A

Werktempo, aandacht, concentratie, traagheid, executieve functies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe heet de stoornis in het herkennen van info uit zenuwen

A

Agnosie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe heet het niet herkennen van gezichten?

A

Prosopagnosie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe heet het onvermogen om complexe/aangeleerde handelingen uit te voeren?

A

Apraxie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar zit aandacht bij de meeste mensen?

A

Rechts parietaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem 7 hersendode criteria

A

Geen sederende meds actief
E1M1V1
Hersenstamreflexen afwezig
Geen spontane ademhaling/hoestreflex
Vlak EEG/CTA/TCD
Apneutest positief
Verklaring neuroloog/neurochirurg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
A