Week 9 - Oefentoets

Question 1

Je leest voordat je de omtrek van een bovenbeen gaat meten eerst nog een keer de methode goed door. Vervolgens voer je de methode stap voor stap uit. Wat verhoog je hiermee?

Answer 1

Betrouwbaarheid van de resultaten

Question 2

Om de betrouwbaarheid van je onderzoek te achterhalen vraag je een andere onderzoeker om jouw onderzoek te herhalen, maar op de dag van e meting is hij ziek en neem jij het van hem over. Vervolgens bekijk je of er verschil zit tussen de resultaten van de eerste keer dat je de meting hebt uitgevoerd en deze keer. Van wat is hier sprake?

Answer 2

Intrabeoordelaarsbetrouwbaarheid

Question 3

Je wilt de interne consistentie meten bij een vragenlijst? Hoe pak je dit aan?

Answer 3

Je splits de vragenlijst in twee delen en bekijkt of bij deze twee delen van de vragenlijst ongeveer dezelfde resultaten uitkomen.

Question 4

Je wilt de validiteit van je onderzoek bepalen. Hoe pak je dit aan?

Answer 4

Je vergelijkt je verkregen resultaten met een ander onderzoek uit de literatuur wat hetzelfde heeft gemeten.

Question 5

Je voert samen met iemand anders een onderzoek uit en meet de hoeveelheid oedeem in de bovenarm per patiënt. Het blijkt dat jouw lymfescanner niet goed is gekalibreerd waardoor standaard 3% te veel wordt aangegeven. Wat komt hier in het geding>

Answer 5

Validiteit

Question 6

Welk klinisch meetinstrument kan je gebruiken om de centimeter te vervangen?

Answer 6

Waterbak

Question 7

Wat moet je doen als je de Proef van Stemmer uitvoert?

Answer 7

Huid van tweede en derde teen vastpakken

Question 8

Hoe vaak voer je de Pittingstest uit? (frequentie van de meting)

Answer 8

Bij elke controle

Question 9

De ROM/goniometer gebruik je om bij een oedeempatiënt…

Answer 9

De beweeghoek van een (verdikt) ledemaat te meten

Question 10

Wanneer gebruik je het klinische meetinstrument om pijn/VAS te meten?

Answer 10

Indien van toepassing

Question 11

Wat geeft een betere indicatie voor fitheid?

Answer 11

BMI

Question 12

Wat houdt de paralleltest in?

Answer 12

De tweede meting meet je met een ander meet instrument

Question 13

Waar horen inter- en intrabeoordelaarsbetrouwbaarheid bij?

Answer 13

Gelijkwaardigheid

Question 14

Een onderzoeker voert een onderzoek uit en jij gaat de metingen nameten voor je collega. Dit doe je om:

Answer 14

De kans op toevallige fouten te verkleinen en de betrouwbaarheid te verhogen

Question 15

Je doet onderzoek in hoeverre de kwaliteit van leven bij patiënten met lymfoedeem in de arm na borstkanker verbeterd is na 7 MLD behandelingen. Om de kwaliteit van leven te meten maak je gebruik van een enquête die je voorlegt aan de patiënten. Dit doe je voorafgaand aan de 1e behandeling en na afloop van de 7 behandelingen.

Answer 15

Je doet een test-hertest

Question 16

Hoe zorg je voor een zo hoog mogelijke betrouwbaarheid bij het afnemen van een interview?

Answer 16

Je let er goed op dat je de vragen bij elke patiënt op dezelfde manier stelt.

Question 17

Welke maatregelen dragen bij aan het verhogen van de validiteit van een onderzoek?

Answer 17

Je controleert of de meetapparatuur goed is gekalibreerd

Question 18

Peter meet klanttevredenheid met een vragenlijst over tevredenheid? Wat is hier sprake van?

Answer 18

Validitiet

Question 19

Liam meet de lengte van zijn voet: 36cm.
Jij meet de lengte van Liams voet: 36,4-5.
Waar is hier sprake van?

Answer 19

Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid