Week 4 - Oefentoets Flashcards

1
Q

Welk kenmerk hoort bij lipoedeem?

A

Lipoedeem verschijnt altijd als symmetrisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de oorzaak van lipoedeem?

A

De oorzaak van lipoedeem is onbekend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bij welke vorm van diagnostisch onderzoek wordt de werking van het lymfestelsel in kaart gebracht?

A

Lymfoscintigrafie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke vorm van diagnostisch onderzoek kan gebruikt worden om de werking van het veneuze systeem in kaart te brengen?

A

Duplex onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke veen hoort bij het oppervlakkige systeem?

A

Vena safena magna

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke veen hoort bij het diepe systeem?

A

Vena femoralis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe verloopt de vena safena parva?

A

Van de laterale zijde van de enkel via de dorsale zijde van het onderbeen naar de knieholte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is kenmerkend voor reticulaire varices?

A

Ze hebben geen hemodynamische betekenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Van welke techniek maakt sclerocompressietherapie gebruikt?

A

Het inspuiten van een vloeistof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is kenmerkend voor de VNUS behandeling bij varices?

A

Het beschadigen van de varices onder invloed van verhitting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is geen symptoom van een diepe veneuze trombose?

A

Verbleking van de huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarvan is er sprake bij tromboflebitis?

A

Ontsteking van een oppervlakkige gelegen vena

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een kernmerk van chronisch veneuze insufficientie?

A

Atrofie blanche

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het eindstadium van chronisch veneuze insufficientie?

A

Ulcus cruris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is atherosclerose?

A

Vernauwing van slagaders ten gevolge van afzetting van atheromateuze plaques

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het gevolg van atherosclerose?

A

Ischemie in de aangedane weefsels

17
Q

Welk symptoom hoort NIET bij arteriele insufficientie?

A

Fibrose

18
Q

Welke arterie kun je palperen om te achterhalen of er sprake is van arteriele insufficientie?

A

Ateria dorsalis pedis

19
Q

Hoe laag moet de enkel-arm index zijn om te zeggen dat er sprake is van arteriele insufficientie?

A

0.9

20
Q

Waarom is perifeer arterieel vaatlijden een contra-indicatie voor zwachtelen?

A

Door het zwachtelen druk je de arterien alleen maar verder dicht