Week 9 Flashcards
Wat zijn de risicofactoren voor longkanker bij niet-rokers?
- Familiegeschiedenis
- Meeroken
- Luchtvervuiling
Wat zijn de risicofactoren voor longkanker bij voormalige rokers?
- Leeftijd bij stoppen met roken
- Emfyseem
- Afwezigheid hooikoorts
- Familiegeschiedenis
- Luchtvervuiling
Wat zijn de risicofactoren voor longkanker bij huidige rokers?
- Packyears
- Blootstelling aan asbest en stof
- Emfyseem
- Afwezigheid hooikoorts
- Familiegeschiedenis
Wat is de definitie van packyear?
Het roken van 1 pakje sigaretten per dag, 1 jaar lang.
Wat is het relatieve risico (RR)?
Het risico van de blootgestelde roker t.o.v. de gehele populatie op het krijgen van longkanker.
- Actieve roker: RR > 20
- Passieve roker: RR > 1,2
Wat zijn de slagingskansen bij stoppen met roken bij de volgende manieren?
- ‘Cold turkey’
- Op advies van de dokter
- Nicotinevervangende middelen
- Medicatie
- ‘Cold turkey’: na 10 maanden is 7,3% nog steeds gestopt.
- Op advies van de dokter: na 12 maanden is 10,2% nog steeds gestopt.
- Nicotinevervangende middelen: na 12 maanden is 7-14% nog steeds gestopt.
- Medicatie: na 12 maanden is 33% nog steeds gestopt.
Welke mutaties komen voor bij (mee)rokers en niet-roker met longkanker?
- (mee)rokers: p53 en KRAS-gen
- Niet-rokers: EGFR
Wat is het vena cava superior syndroom (VCSS)?
- Tumor/lymfeklier in de rechterlong die in of om de v. cava superior heen groeit→ veroorzaakt stuwing→ patiënt presenteert zich met gezwollen hals/gelaat, gestuwde halsvenen, hoofdpijn of vaattekeningen op de huid.
- Oorzaak: trombose, invasie/infiltratie van de vaatwand of combinatie van deze 2.
Wat is het syndroom van Horner?
- Aangetaste sympathische grensstreng/ganglion.
- Symptomen: schouderpijn, miosis (vernauwde pupil), ptosis (afhangend ooglid), anhidrosis (niet kunnen zweten) en enoftalmie (terugzakken van oogbol).
Wat is het Pancoast syndroom?
Wanneer de sulcus superior tumor ook de zenuwen richting de arm gaat aantasten.
Wat zijn de behandelingen bij de stadia I-IV van niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC)?
I. operatie
II. operatie + adjuvante therapie
III. combinatie chemo en bestraling
IV. Chemo-/immunotherapie of gerichte behandeling
Wat betekenen R0, R1 en R2?
- R0: compleet resectabel
- R1: microscopisch tumorrest
- R2: macroscopisch tumorrest
Via welk mechanisme werkt immunotherapie?
PD1 (receptor) die de activiteit van de T-cel remt.
Wat zijn de behandelingen bij de stadia I-IV van kleincellig longcarcinoom (SCLC)?
- I/II: operatie + adjuvante chemotherapie
- III: chemoradiotherapie
- IV: chemotherapie
Van welk longcarcinoom is de prognose het beste?
Adenocarcinoom