Week 12

Question 1

Wat is empirisch bewijs?

Answer 1

Proefondervindelijk, gebaseerd op eigen ervaring (direct/indirect).
Empirisch bewijs is waarneembaar, herhaalbaar, meetbaar, etc.

Question 2

Wat zijn de 3 demonen van de wetenschap?

Answer 2

1. Dataduivel: data is slecht gearchiveerd.
2. Replicatieprobleem: studieresultaten moeten door andere studies gecheckt worden.
3. Verificatiekramp: te hard proberen het gewenste resultaat te krijgen.

Question 3

Welke numerieke variabelen hebben we?

Answer 3

• Discreet: hele getallen (aantal kinderen, aantal dagen)
• Continu: elke waarde (gewicht, lengte, inkomen, bloeddruk, etc.)

Question 4

Welke categorische variabelen hebben we?

Answer 4

• Nominaal: geen rangorde
• Ordinaal: wel rangorde

Question 5

Wat doet het eiwit PSA dat wordt uitgescheiden door de prostaat?

Answer 5

Maakt het ejaculaat vloeibaar.

Question 6

Wat zijn de top 3 prostaataandoeningen?

Answer 6

1. Benigne prostaat hyperplasie (BPH)
2. Prostatitis
3. PCA

Question 7

Wat is de kans op PCA?

Answer 7

Leeftijd - 10%

Question 8

Hoe wordt er een verschil gemaakt tussen nefrogene- of urologische hematurie?

Answer 8

Vorm van de erytrocyten.
- Dysmorf: nefrogene oorzaak.

Question 9

Welke afwijking wordt vaak gezien in het karyogram van prostaatkanker?

Answer 9

Fusie-gen TMPRSS2-ERG

Question 10

Wat is het mechanisme van de fusie-gen TMPRSS2-ERG waardoor prostaatkanker ontstaat?

Answer 10

Androgenen activeren de TMPRSS2-promoter.

Question 11

Wat is de behandeling van (uitgezaaid) prostaatkanker?

Answer 11

Androgeendepletie: blokkeren van de androgeenreceptor.