Week 8 VO's Flashcards
Uit welke 3 ziektes bestaat het CVID spectrum aan aandoeningen? Wat is er bij deze aan de hand met de antistoffen?
- Common variable immunodeficiency: verlaagd IgG, met verlaagd IgG of IgM
- IgG subklasse deficiëntie: normaal totaal IgG, verlaagde subklasse(n) IgG1-4
- Selectieve antistofdeficiëntie met normale immunoglobulinen: normaal totaal IgG, normale subklassen, maar verlaagde respons op T-cel afhankelijke vaccinatie
Wat is de meest voorkomende intserstitiële longafwijking? Beschrijf deze
Granulomatous-lymphocytic interstitial lung disease
- Lymphocytair interstitiële pneumonie (LIP)
- Folliculaire bronchiolitis
- Lymphoide hyperplasie
Wat is een bijzondere aandoening die je in 20-30% van de mensen met CVID ziet?
Auto-immuniteit. Er worden dan al weinig immunoglobulinen aangemaakt, maar degenen die worden aangemaakt zijn autoreactief
Noem 3 indicaties voor een neutrofiele granulocyten dysfunctie
- Recidiverende infecties van huid, organen en bot met atypische presentatie (multifocale abcessen)
- Bacteriële infecties die niet te verklaren zijn door neutropenie of een humoraal defect
- Schimmelinfecties die niet te verklaren zijn door neutropenie of specifiek T-cel defecten
Wat meet je met de oxidatieve burst?
De capaciteit van zuurstofradicaalproductie
Wat voor soort micro-organismen kom je vooral tegen bij infecties bij iemand met chronische granulocytaire dysfunctie?
Micro-organismen die katalase-positief zijn
Wat zijn de 2 meest belangrijke complicaties van CLL?
- Cytopenie (vooral ery’s en trombo’s)
- (secundaire) immunodeficiëntie