Week 8 - Parenting support Flashcards
HC 8 - Rogoff - Harkness et al. - Van Beurden et al. - Van Mourik et al. - Yaman et al.
Hoe beschreven Cambridge (VS) ouders hun kinderen vooral? (Harkness et al.)
In termen van intelligentie. Benadrukten vooral individualistische kwaliteiten.
Hoe beschreven Bloemenheim (NL) ouders hun kind vooral? (Harkness et al.)
Benadrukten sociale kwaliteiten van het kind, richten zich op het kind als sociaal wezen. Ook aandacht voor cognitie en vermogen tot zichzelf alleen te vermaken en alleen te spelen.
Ouders van Cambridge en Bloemenheim praatte over afhankelijkheid in termen van twee soorten gedrag. Welke twee zijn dit? (Harkness et al.)
1: Aandacht zoeken
2: Fysiek contact of affectie zoeken
Cambridge en Bloemenheim ouders zijn het eens over wat afhankelijk gedrag inhield. In hoeverre verschilden de ouders in hun interpretaties van en reacties op zulk gedrag? (Harkness et al.)
Cambridge: afhankelijk gedrag is niet wenselijk. Beschouwen het als problematisch voor ouders, vooral als kind problemen had met het delen van aandacht van de ouders.
Bloemenheim: afhankelijk gedrag is natuurlijk, redelijk en geen reden voor bezorgdheid. Normaal en positief bij jonge kinderen. Behoefte moet bevredigd worden.
Cambridge en Bloemenheim ouders zijn het eens over wat onafhankelijk gedrag inhield. In hoeverre verschilden de ouders in hun interpretaties van en reacties op zulk gedrag? (Harkness et al.)
Cambridge: onafhankelijk gedrag is een interne strijd van het kind, verscheurd door de wens om vast te klampen aan de ouders en de wens om onafhankelijk te zijn.
Bloemenheim: onafhankelijk gedrag is een natuurlijk proces van het ontdekken van de eigen eigenheid. Moedigen de ontwikkeling aan, omdat het de basis is voor het vermogen om later eigen beslissingen te nemen.
Definitie bottom-up (Van Beurden et al.)
´Bottom-up´ benaderingen kunnen worden gedefinieerd als het aanmoedigen van participatieve besluitvorming op microniveau door middel van betrokkenheid van lokale belanghebbenden. Bottom-up ouderschapsprogramma´s zijn programma´s waarin de perspectieven, ervaringen, en participatie worden gezien als kernprincipes voor ondersteuning en leren.
Wat is een praktijkgemeenschap (community of practice, Van Beurden et al.)
Gemeenschap van personen die aanverwante vraagstukken en opgaven met elkaar uitwisselen om hier van te leren. De leden delen specifieke competenties waardoor ze zich onderscheiden van niet-leden en ze ontwikkelen een betekenisvolle (collectieve) identiteit.
Wat is lerend burgerschap (learning citizenship, Van Beurden et al.)
Verwijst naar de mate waarin mensen open en geneigd zijn om van elkaar te leren en de mate waarin ze zich verantwoordelijk voelen om hun deelname aan leerpartnerschappen te beheren. Dit kan enkel worden gemotiveerd, niet opgelegd. Kwaliteit van leerinteractie is van belang.
Wat hebben Van Beurden et al. onderzocht?
Vanuit een sociaal leerperspectief onderzocht hoe Marokkaans-Nederlandse ouders onder elkaar leren dmv deelname aan intercultureel bottom-up ouderschapsprogramma.
Wat is opvoedingsondersteuning volgens Van Mourik et al.?
Individuele of groepsgebaseerde programma’s om ouders te ondersteunen bij het opvoeden van hun kinderen, verleend door formele diensten voor gezinsondersteuning of door niet- of semi-formele ondersteuningsdiensten.
Vul aan (Van Mourik et al.). Twee kerncomponenten kwamen naar voren die de opvattingen van ouders over opvoedingsproblemen structureerden en die kunnen worden omschreven als…
…oorzaak en controleerbaarheid.
Wat wordt er met de twee kerncomponenten van Van Mourik et al. bedoeld?
De reactie van ouders op opvoedingsproblemen is gebaseerd op hoe zij de problemen waarnemen en interpreteren in termen van wat ze heeft veroorzaakt (oorzaak), en op de mogelijkheden die bestaan om verandering teweeg te brengen (controleerbaarheid).
Vul in (Van Mourik et al.). Antilliaans-Nederlandse ouders benadrukten het …(1) dat zij ervaren met als gevolg sterke emoties, vooral tijdens de …(2). In deze groep waren veel zorgen over …(3), …(4) en …(5).
1: sociale leed
2: overgang naar het ouderschap
3: jong moederschap
4: financiële moeilijkheden
5: alleenstaand ouderschap
Vul aan (Yaman et al.). Turkse geëmigreerde moeders zijn minder…
…ondersteunend, geven minder duidelijke instructies aan hun kinderen, zijn meer opdringerig en hebben een minder gezaghebbende controlestrategie dan Nederlandse moeders.