Week 6 - Early childhood education and care Flashcards

HC 6 - Prevoo & Tamis-Lemonda - Rosenthal - Van Schaik et al.

1
Q
Definitie ouderschapswaarden (Prevoo & Tamis-Lemonda)
En wat heeft dit begrip te maken met cultural diversity?
A

De eigenschappen die ouders belangrijk vinden bij de opvoeding. Zijn geworteld in algemene culturele opvattingen over wat belangrijk is in het leven en helpen bij het definiëren van de opvoedingsdoelen die ouders nastreven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vul aan (Prevoo & Tamis-Lemonda). Culturen die worden gekenmerkt door individualisme hechten meer waarde aan…

A

eigenbelang, autonomie en zelfredzaamheid bij kinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vul aan (Prevoo & Tamis-Lemonda). Culturen die worden gekenmerkt door collectivisme hechten meer waarde aan…

A

interdependentie en aandacht voor de behoeften van anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Op welke manier kan SES ouderschap beïnvloeden? (Prevoo & Tamis-Lemonda)

A

Ouders uit etnische minderheden ervaren meer stress dan ouders uit etnische meerderheid door structurele nadelen. Bv beperkte toegang tot leermateriaal en activiteiten. Indirect invloed op ouderschap. SES van familie verklaard geheel/gedeeltelijk de verschillen in ouderschap van etnische minderheid en meerderheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Op welke manier kan taal ouderschap beïnvloeden? (Prevoo & Tamis-Lemonda)

A

In etnische minderheden is de moedertaal vaak niet de taal van ontvangende samenleving. Worden hierdoor geconfronteerd over beslissing welke taal ze moeten gebruiken met hun kinderen en wanneer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Definitie ouderlijke sensitiviteit (Prevoo & Tamis-Lemonda)

A

Verwijst naar het vermogen van een ouder om kindsignalen te interpreteren en snel en gepast te kunnen reageren. Verschilt per cultuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de effecten van een autoritaire opvoeding vs. een autoritatieve opvoeding? (Prevoo & Tamis-Lemonda)

A

Collectivistisch vaker autoritair, individualistisch vaker autoritatief. Autoritair wordt geassocieerd met: stress, socio-economische achterstand, traditionele opvattingen over ouderschap, gebrek aan acculturatie. Autoritaire opvoeding kan leiden tot gedragsproblemen, hyperactiviteit en emotionele ontregeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Definitie communicatie accommodatie (in context van communiceren met kinderen) volgens Prevoo & Tamis-Lemonda

A

Verwijst naar mate waarin communicatie is kindgericht vs. situatiegericht. Gedragsveranderingen die mensen doorvoeren om hun communicatie af te stemmen op de ander. Verschilt per cultuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe beïnvloeden de verschillende culturele ouderschapswaarden de betrokkenheid van ouders bij leeractiviteiten? (Prevoo & Tamis-Lemonda)

A

Ouders van etnische minderheden verschillen van meerderheidsouders in de frequentie, kwaliteit en soort leeractiviteiten die zij thuis aan hun kinderen aanbieden, als gevolg van verschillen in hulpbronnen en opvattingen over ouderschap en de ontwikkeling van kinderen. Culturen kunnen meer of minder waarde hechten aan bepaalde aspecten van opvoeding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vul in (Prevoo & Tamis-Lemonda). De kwaliteit van thuisstimulatie is …(1) in gezinnen uit etnische minderheden dan in etnische meerderheid gezinnen.

A

1: lager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom moeten onderzoeksresultaten over verschillen in opvoedingsstijlen van etnische minderheden en etnische meerderheden met de nodige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd? (Prevoo & Tamis-Lemonda)

A

Onderzoek laat gemiddelde verschillen zien. Echter:

1: Er bestaat een hoge mate van variatie in ouderschapsovertuigingen en opvoedingsstijlen binnen bepaalde etnische minderheden.
2: Ook zijn er grote verschillen te zien binnen subschalen van bepaalde factoren. Deze hoge mate van variatie benadrukken noodzaak om voorzichtig te zijn met brede uitspraken over ervaringen van kinderen uit etnische minderheden en meerderheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe kunnen immigratie gerelateerde factoren de within-group variatie in etnische minderheden helpen verklaren? (Prevoo & Tamis-Lemonda)

A

Acculturatie en discriminatie kunnen bronnen van stress zijn die leiden tot minder positief ouderschap. Acculturatie van ouders is over het algemeen geassocieerd met opvoedingspraktijken die meer in overeenstemming zijn met die van gastcultuur, terwijl ouders met een sterke oriëntatie op herkomstcultuur een verhoogd risico lopen om gediscrimineerd te worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar gaat het artikel van Rosenthal over?

A

Het artikel gaat erover dat verschillende culturele gemeenschappen verschillende definities van kwaliteit van onderwijs en zorg hebben. Wordt gekeken naar doelen en praktijken in het onderwijs in de context van individualistische en collectivistische culturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat stelt het artikel van Rosenthal?

A

Het artikel stelt voor dat kwaliteit in een bepaalde samenleving de educatieve doelen en praktijken van een culturele gemeenschap in een samenleving reflecteert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Definitie culturele scripts (Rosenthal)

A

Culturele scripts reflecteren gedeelde geloven, houdingen, normen en waarden van een sociaal-culturele gemeenschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat past bij de zelf als individualist? (Rosenthal)

A

1: De zelf is afzonderlijk en onafhankelijk
2: Gemotiveerd zichzelf gelukkig en tevreden te maken, gericht op persoonlijke prestaties
3: Verantwoordelijk, sociaal aangepast en populair
4: Competitief in bereiken van persoonlijke doelen
5: Sociale settingen wordt privacy behouden
6: Autonomie bij accepteren/afwijzen groepsnormen
7: Respect voor kind en ouder en verwacht respect terug
8: Nieuwsgierigheid en exploratie, onafhankelijk denken en problemen oplossen
9: Alternatieve opties en antwoorden te vergelijken en evalueren

17
Q

Wat past bij de zelf als collectivist? (Rosenthal)

A

1: De zelf is verantwoordelijk lid van een groep met sociale rol
2: Accepteert beslissingen die gemaakt worden door volwassenen of door sociale groep
3: Je zorgt dat je je niet buitensluit van de groep en vermijd conflict
4: Past je aan, aan normen van groep
5: Respect voor leraren, ouderen en autoritaire figuren
6: Autoriteit en traditie worden als bronnen voor kennis gebruikt

18
Q

Vul aan (Rosenthal). In individualistische culturen vindt leren meestal plaats…

A

in op leeftijd gescheiden settingen. Leermateriaal, meubels en faciliteiten zijn ontworpen en zo georganiseerd dat ze onafhankelijk gebruik aanmoedigen. Wel aangepast op behoefte van alleen zijn te voldoen.

19
Q

Vul aan (Rosenthal). In collectivistische culturen vindt leren meestal plaats…

A

door deelnemen aan activiteiten van volwassenen. Materialen, meubels en faciliteiten zijn zo ontworpen en georganiseerd om aandacht van kind te richten op leertaak.

20
Q

Wat concludeert het artikel van Rosenthal?

A

1: Alle samenlevingen streven ernaar hun jeugd te onderwijzen naar een aangepaste en succesvolle deelname in hun culturele gemeenschap
2: Belangrijk dat alle samenlevingen hun doelen voor succesvolle lidmaatschap definiëren: het is uitdaging om te kijken wat universeel en cultuurspecifiek is
3: Er zijn verschillende culturele scripts die op continuüm tussen I en C geplaatst kunnen worden. Beleidsmakers moeten rekening houden met deze variaties in doelen en praktijken

21
Q

Definitie ECEC (Van Schaik et al.)

A

Early childhood education and care

22
Q

Waar gaat het artikel van Van Schaik et al. over?

A

Veel onderzoek toont aan dat hoge kwaliteit ECEC de sociale en cognitieve vaardigheden van kinderen stimuleert. Deze factoren worden adhv ECEC bepaald. Echter, deze onderzoeken focussen alleen op leraar-leerling relatie als individu. Kinderen bevinden zich echter in groepsverband in de klas.

Dit artikel voegt het groepsperspectief toe. Er wordt onderzocht in welke mate leraren groepsprocessen steunen en hoe deze steun gerelateerd is aan het pro sociale en collaboratieve gedrag van kinderen.

23
Q

Vul aan (Van Schaik et al.). Onderzoek heeft aangetoond dat grote groepen en hoge kinderen-tot-volwassenen ratio gerelateerd zijn aan…

A

stress en verminderd welzijn. En voorspelt sociale en gedragsproblemen op latere leeftijd.

24
Q

Waar richt het instrument Early Childhoog Environment Rating System-Revisted edition op? (Van Schaik et al.)

A

Richt zich op globale kwaliteit van de omgeving in de vroege kindertijd en niet zozeer op de kwaliteit van leraar-kind relaties, interacties of leraar-groep interacties.

25
Q

Waar richt het instrument Classroom Assessment Scoring System op? (Van Schaik et al.)

A

CLASS voor kleuters richt zich op kwaliteit van processen in ECEC-klaslokalen bij kinderen t/m 5 jaar. Richt zich op emotionele steun en steun bij het leren.

26
Q

Vul aan (Van Schaik et al.). Volgens de CLASS voor kleuters is hoge emotionele kwaliteit gebaseerd op…

A

een positief klimaat binnen de klas. Weinig sprake van negatieve interactie.

27
Q

Wat wordt er bedoeld met een groepsgerichte benadering (Van Schaik et al.)?

A

1: Onderzoek in niet-westerse landen waarin groepen belangrijk zijn: kinderen wordt vroeg geleerd hoe zij voor anderen moeten zorgen en wat sociaal verantwoord gedrag is.
2: Leraren kunnen kinderen het beste opdelen in groepen waarin prosociaal gedrag en onderlinge afhankelijkheid tussen kinderen wordt gestimuleerd
3: Groepsgevoel stimuleren - gevoel van onderdeel te zijn van een groep is gerelateerd aan motivatie

28
Q

Wat kan er worden geconcludeerd over het toevoegen van een groepsperspectief aan de ECEC? (Van Schaik et al.)

A

De mate van steun van leraren is een belangrijk aspect bij het beoordelen van de ECEC-kwaliteit. Steun vanuit leraren voor groepsprocessen is positief gerelateerd aan emotionele en gedragsmatige steun.

29
Q

Wat kan er worden geconcludeerd over de relatie tussen emotionele en gedragsmatige steun en collaboratief speelgedrag? (Van Schaik et al.)

A

1: In deze studie werd er geen relatie gevonden tussen de mate van emotionele en gedragsmatige steun van kinderen en hun collaboratief speelgedrag
2: Er werd een negatieve relatie gemeten tussen het CLASS domein voor steun bij leren en collaboratief spelen in kinderen

30
Q

Wat concludeert het artikel van Van Schaik et al?

A

Wanneer leraren steun bieden bij groepsprocessen in ECEC-klaslokalen, is er een hogere mate van collaboratief spelen, wat past bij vorige studies die aantoonden dat groepsprocessen belangrijk zijn voor kinderen hun sociale en cognitieve ontwikkeling.